5.3 Maatregelen op verschillende niveaus
Er zijn voor uw organisatie allerlei maatregelen te nemen voor verduurzaming. We onderscheiden hier drie niveaus: technologisch of bouwkundig, organisatorisch en (andere) duurzame keuzes.
5.3.1 Technologisch of bouwkundig
verduurzaming
Onder de technologische of bouwkundige maatregelen valt onder andere verduurzaming van het bedrijfspand. Dat kan bijvoorbeeld via zonnepanelen, een (hybride) warmtepomp en het gebruik van waterstof.
Zonnepanelen
gevel
De bekendste vorm van zonne-energie is opwekking via zonnepanelen. Zonnepanelen worden meestal geplaatst op daken, maar dit gebeurt ook steeds vaker op de grond (zonne-akkers), op gevels van gebouwen of op water.
Terugverdientijd
energieprijs
De afgelopen 25 jaar hebben zonnepanelen een sterke ontwikkeling doorgemaakt. Niet alleen is de productie goedkoper geworden, de opbrengt is ook flink gestegen. Inmiddels ligt de terugverdientijd op zo’n zeven jaar (in 2021). De toepassing van zonnepanelen neemt een hoge vlucht, mede door de stijging van de energieprijzen.
Er is geen landelijke subsidie meer voor het kopen van zonnepanelen, maar er zijn nog wel een paar gemeenten die hier subsidie voor geven. Uw organisatie kan wel de BTW op de aankoopprijs en installatie terugvragen bij de Belastingdienst.
Warmtepomp
Een warmtepomp haalt warmte uit de lucht, bodem of het grondwater en maakt daar een bruikbare temperatuur van. Met een warmtepomp bespaart u 25 tot 55% op de CO2-uitstoot. Omdat een warmtepomp met minder hoge watertemperaturen werkt, is goede isolatie een voorwaarde voor een effectieve werking. Voor oudere gebouwen zijn mogelijk eerst investeringen in vloer-, gevel- of dakisolatie nodig.
Hybride
Als uw bestuurder deels gebruik wil blijven maken van de cv-ketel, kiest hij voor de hybride warmtepomp. De cv-ketel springt dan aan als de warmtepomp de vraag niet aankan. Er zijn twee soorten volledig elektrische warmtepompen. De ene heeft lucht als warmtebron, de andere haalt warmte uit de bodem (of uit het grondwater).
Er zijn landelijke subsidies voor de aanschaf van warmtepompen. Afhankelijk van de soort warmtepomp gaat het om 30%-50% subsidie. Tussen 2022 en 2024 neemt de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE) toe tot € 282 miljoen euro.
Waterstof
niet in de natuur
Ook waterstof is een manier om minder fossiele brandstoffen te gebruiken. Waterstof is een geurloos en kleurloos gas. Anders dan aardgas of aardolie komt waterstof niet in de natuur voor. Er zijn diverse manieren om waterstof te maken.
Energie
opslaan
Om waterstof te maken is een grondstof nodig, zoals aardgas of water. Vervolgens is er energie nodig om het te maken, bijvoorbeeld aardolie of elektriciteit. Anders dan zonne-energie en windenergie is waterstof makkelijk op te slaan.
Het grote nadeel van het produceren van waterstof met behulp van duurzame energie is dat het (momenteel) heel kostbaar is.
Transport
energiedrager
In Nederland wordt waterstof het meest toegepast in de industrie. Het doet dan dienst als grondstof voor bijvoorbeeld kunststoffen. Daarnaast wordt waterstof in toenemende mate gebruikt in het transport, als energiedrager voor bussen en vrachtwagens.
Afvalverzamelaar rijdt waterstofvuilniswagens
Afvalinzamelaar Suez zet sinds 2021 twee waterstofvuilniswagens in voor de afvalinzameling in acht Brabantse gemeenten. De vlootmanager van Suez zegt: ‘Duurzaamheid staat voorop bij al onze activiteiten, van verzamelen tot verwerken van afval. Inzamelen zonder uitstoot is hierbij een logische stap.’
5.3.2 Organisatorisch
afvalbeperking
Onder de organisatorische maatregelen vallen onder andere thuiswerken, afvalbeperking (papierloos werken en minder plastic gebruiken) en het stimuleren van groen gedrag.
Thuiswerken
kantoor
De coronapandemie zorgde voor minder drukke wegen, maar ook op de lange termijn zullen er minder files zijn. Dat concludeerde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in 2021 op basis van dataonderzoek en navraag onder thuiswerkers. De grootste veranderingen zullen waarschijnlijk te zien zijn in het gebruik van het kantoor. Zo is er vooral meer behoefte aan overlegruimten en minder aan werkplekken.
Thuiswerkplek
Minder autokilometers heeft een positief effect op de CO2-uitstoot. Dus door thuiswerken te stimuleren kan uw werkgever ook een bijdrage leveren aan duurzaamheid. Belangrijk is dan om wel te zorgen voor goede thuiswerkfaciliteiten, zodat de werknemers een volwaardige thuiswerkplek hebben. Hier zijn dus directe raakvlakken met het arbobeleid.
Uw OR heeft inspraak op het thuiswerkbeleid (artikel 27, lid 1d WOR). Ook moet de thuiswerkplek voldoen aan de eisen die in de Arbowet en het Arbobesluit staan. Meer over de rol van de OR bij het thuiswerkbeleid vindt u in de tool op rendement.nl/ordossier.
Papierloos werken
brandstof
Papierloos werken heeft, mede door het vele thuiswerken als gevolg van de coronacrisis, een vlucht genomen. In veel organisaties wordt papier alleen nog gebruikt om aantekeningen te maken. Minder papier gebruiken heeft grote voordelen voor het milieu. De papierindustrie is namelijk de op vier na grootste energieverbruiker ter wereld. Niet alleen om bomen te kappen als grondstof voor het papier, ook omdat er fossiele brandstof en chemische stoffen nodig zijn om papier te produceren. Er is zo’n 1.000 liter brandstof nodig om één ton papier te kunnen produceren. En om één A4’tje te maken is er tien liter water nodig.
Minder plastic
scheiding
Plastic heeft een nadelige eigenschap: het vergaat niet. In de natuur of in zee valt het langzaam uit elkaar in steeds kleinere stukjes, maar het blijft plastic. Wat kan uw organisatie doen om het gebruik van plastic aan te pakken? Denk aan:
- een goede scheiding van al het plastic afval door bijvoorbeeld aparte containers voor plastic;
- minder gebruik van plastic, door bijvoorbeeld geen plastic bekertjes meer te gebruiken;
- het recyclen van het gebruikte plastic. Er zijn steeds meer bedrijven die zich toeleggen op plastic-recyclingtechnologieën, zeker ook in Nederland.
Groen gedrag stimuleren
communicatie
fiets
Uw OR heeft de mogelijkheid om duurzaamheid te stimuleren en daarbij klanten, werknemers, leveranciers en partners te inspireren. Hoe pakt u dat het beste aan?
- Geef inzicht: informeer werknemers bijvoorbeeld over de uitkomsten van een nulmeting of de visie van uw OR.
- Hanteer de juiste toon: wees eerlijk, transparant en niet belerend in de communicatie naar werknemers.
- Betrek werknemers actief: vraag werknemers om mee te denken over oplossingen. Zie ook paragraaf 4.1 over het raadplegen van de achterban.
- Zorg voor de juiste faciliteiten: u kunt moeilijk van werknemers verwachten dat ze afval gaan scheiden als daar bijvoorbeeld geen prullenbakken voor aanwezig zijn.
- Lok gewenst gedrag uit: maak het bijvoorbeeld aantrekkelijk om op de fiets naar het werk te komen door collectief elektrische fietsen aan te schaffen.
- Geef het goede voorbeeld: wat doen OR-leden zelf al op het gebied van duurzaamheid? Neem als OR het initiatief en communiceer dit naar uw achterban.
5.3.3 Andere duurzame keuzes
Het maken van bewuste, duurzame keuzes is een andere manier om als organisatie te verduurzamen.
Huisvesting
isolatie
In paragraaf 2.3.1 heeft u al op hoofdlijnen kennisgemaakt met de mogelijkheden van de verduurzaming van de huisvesting. Een bestaand pand vraagt om een andere aanpak dan nieuwbouw, waarbij in het ontwerp direct rekening kan worden gehouden met de duurzaamheidswensen van uw organisatie. Mogelijke maatregelen zijn bijvoorbeeld:
- isolatie aanbrengen, zoals vloer-, gevel- en dakisolatie;
- gebruik van HR++ of HR+++ glas;
- de huisvesting aardgasvrij maken, bijvoorbeeld door gebruik andere energiebronnen, zoals een warmtepomp;
- inzet van zonnepanelen: op het dak, op de gevel of door een zonnepanelenveld;
- gebruik van een gesloten koude-warmtesysteem.
Uw OR kan een energieadviseur inzetten om advies te krijgen over duurzaamheidsmaatregelen die geschikt zijn voor uw organisatie (artikel 16 WOR).
Openbaar vervoer
reiskosten
Ook ten aanzien van het woon-werkverkeer en zakelijke reizen kan uw bestuurder bewuste keuzes maken. Zo kan uw organisatie het gebruik van het openbaar vervoer (ov) stimuleren door het volledig vergoeden van ov-reiskosten of de ov-fiets of bijvoorbeeld door te kiezen voor huisvesting (of werkplekken) in de buurt van een station.
laadpaal
Met de inzet van hybride of elektrische auto’s kan uw bestuurder het wagenpark verduurzamen. Ook het stimuleren van het gebruik van de (e-)fiets door een fietsregeling (fiets van de zaak) draagt hieraan bij. Vergeet niet dat er laadpalen nodig zijn voor elektrische voertuigen, zowel bij de organisatie als bij de werknemers thuis.
Elektrische auto’s zijn de afgelopen jaren sterk verbeterd. Denk aan de toegenomen actieradius: het aantal kilometers dat u kunt rijden op een volledig geladen accu. Dat heeft elektrisch rijden een stuk aantrekkelijker gemaakt.
Online vergaderen en reizen
videovergadersoftware
In de coronatijd is het online vergaderen steeds meer ingeburgerd. Veel organisaties hebben inmiddels ervaring opgedaan met videovergadersoftware zoals Microsoft Teams of Zoom. Hierdoor hoeven werknemers niet altijd meer naar een locatie te reizen. Dat geldt ook voor organisaties met veel internationale contacten. Een werknemer hoeft misschien niet meer naar Frankrijk of Noorwegen voor een afspraak. De vermindering van het aantal auto- en vliegkilometers kan grote positieve effecten hebben op de CO2-uitstoot.
Uw organisatie kan online vergaderen stimuleren door bewustwording te creëren, faciliteiten beschikbaar te stellen en afspraken te maken met werknemers, bijvoorbeeld in welke situaties zij wel of niet mogen reizen.
Partners
Een laatste duurzame keuze is het kiezen voor duurzame partners. Uw organisatie heeft allerlei relaties met andere organisaties. Denk aan leveranciers, samenwerkingspartners, vaste adviseurs, de pensioenuitvoerder, de zorgverzekeraar et cetera. Daarbij kan uw bestuurder partners kiezen die duurzaamheid (aantoonbaar) hoog in het vaandel hebben.
Voordelen
Het samenwerken met duurzame partners heeft twee voordelen:
- Uw organisatie stimuleert zo (indirect) duurzaamheid.
- De partners kunnen ook uw organisatie stimuleren om te werken aan duurzaamheid. Bijvoorbeeld door een voorbeeld te zijn of te zorgen voor kennisuitwisseling.
Houd in uw achterhoofd dat bij veel van deze maatregelen het advies- of instemmingsrecht van toepassing is. In paragraaf 4.2.1 leest u meer over het adviesrecht en in paragraaf 4.2.2 over het instemmingsrecht.