7.4 Bestuurder laat definitieve besluit weten
schriftelijk
aankaarten
Artikel 25, lid 5 WOR schrijft nadrukkelijk voor dat de bestuurder – na het verkrijgen van het advies – uw ondernemingsraad zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte stelt van zijn (definitieve) besluit. De bestuurder moet daarbij aangeven of (of in hoeverre) hij van het advies van uw ondernemingsraad is afgeweken en zo ja, waarom hij dat heeft gedaan. Opmerkelijk genoeg slaan bestuurders deze stap vaak over. De bestuurder heeft het advies binnen en denkt vervolgens zijn gang te kunnen gaan zonder de OR daarin te kennen. Is dat na uw advies ook het geval, dan moet u dit zeker bij de bestuurder aankaarten. Weigert de bestuurder vervolgens aan zijn plichten te voldoen, dan kunt bij de Ondernemingskamer of zelfs de kantonrechter uw gelijk halen.
Zorg dat u het definitieve besluit van de bestuurder krijgt. Zonder dat besluit kunt u immers niet nagaan welke aandachtspunten en voorwaarden die u in uw advies heeft gesteld, zijn meegenomen in het besluit.
Opschortingstermijn van een maand
besluit
in beroep
Als blijkt dat de bestuurder het ontvangen advies niet (of niet geheel) heeft overgenomen in zijn definitieve besluit, mag hij het gedurende een maand na bekendmaking aan uw OR niet uitvoeren. Tenzij uw raad aangeeft dat uitvoering geen probleem is. Uw raad kan deze opschortingstermijn ook gebruiken om het overleg te heropenen of te overwegen in beroep te gaan tegen het definitieve besluit.
Naar de Ondernemingskamer stappen
advocaat
Ontstaat er een conflict tussen de bestuurder en uw OR na de adviesprocedure, dan kan uw raad gebruikmaken van het beroepsrecht in artikel 26 WOR en naar de Ondernemingskamer stappen. Het is raadzaam dat uw OR hiervoor tijdig een advocaat raadpleegt.
Beoordeling definitieve besluit
inventariseren
Ondernemingskamer
Zodra u het definitieve besluit van de bestuurder heeft gekregen, is het tijd voor de beoordeling. Uw OR moet het definitieve besluit bestuderen om te inventariseren in hoeverre de bestuurder uw advies heeft opgevolgd. Als de bestuurder niet alle voorwaarden heeft vervuld of aan alle wensen tegemoet is gekomen, is de vraag of uw raad dit besluit accepteert. Uw raad kan hiertegen bij de Ondernemingskamer in beroep gaan, maar dat komt in de praktijk zelden voor: alleen een OR die er vol van overtuigd is dat het besluit desastreus is voor de organisatie zoekt het doorgaans ‘hogerop’.
Uw OR heeft bij reorganisaties ‘slechts’ adviesrecht, dus de bestuurder heeft enige vrijheid om van uw advies af te wijken. De Ondernemingskamer kijkt of de bestuurder rekening heeft gehouden met alle belangen en beoordeelt de redelijkheid van uw wederzijdse standpunten.