4.2 De methode van de Coachingscirkel
fase
De Coachingscirkel is een hulpmiddel om effectieve coachingsgesprekken te voeren. Past u deze methode toe, dan doorloopt u achtereenvolgens steeds vier fasen. Bij elke fase horen vragen die u als coach kunt stellen.
4.2.1 Ervaren
feiten
De eerste fase in de Coachingscirkel gaat om het delen van een concrete ervaring. Bespreek met een werknemer een concrete ervaring. Het gaat in deze fase nog niet om analyseren van de situatie. Probeer de coachee te sturen naar een beschrijving van de feiten, zonder een oordeel te vellen. U kunt hem bijvoorbeeld de volgende coachingsvragen stellen:
- Kun je een situatie noemen die je bezighoudt?
- Waar liep je tegenaan?
4.2.2 Reflecteren
oorzaken
In de tweede fase van de Coachingscirkel draait het om reflecteren. Vraag door naar feiten en emoties. Sta ook stil bij de onderliggende oorzaken. Geef feedback, plaats het thema in perspectief. Vragen die u kunt stellen zijn:
- Als de situatie zich weer voordoet, wat zou je dan doen?
- Waarom is het zo gegaan?
- Wat voelde je, wat dacht je?
- Wat ging goed, wat kon beter?
- Wat houd je tegen om het anders te doen?
4.2.3 Willen
actieplan
De derde fase draait om ‘willen’. Wat zou de werknemer willen veranderen? Welke oplossingen kiest hij? Begeleid de werknemer bij de keuze van mogelijke oplossingen en geef feedback. Maak samen een actieplan. Vraag hem:
- Welk doel stel jij jezelf?
- Welke mogelijke oplossingen zie je zelf?
- Welke oplossing kies je en wat is je aanpak?
4.2.4 Handelen
evalueren
In de vierde fase van de Coachingscirkel gaat het om concrete actie. Stimuleer de werknemer bij de uitvoering van het actieplan en geef feedback. Vervolgens kunt u de uitvoering samen evalueren. Dit kan via de volgende vragen:
- Hoe verloopt de uitvoering van het actieplan?
- Welke kwaliteiten kun je nog meer inzetten?
- Wat verwacht je van mij en van anderen?
- Kunnen we de coaching afsluiten?