6.2 Alinea’s
Heeft u eenmaal een bouwplan voor uw tekst uitgewerkt, dan kan het schrijven beginnen. Dit is ook de fase waarin u kijkt hoe u de structuur van de tekst – zowel qua opbouw als qua samenhang – visueel kunt ondersteunen. Dit kan om te beginnen met een indeling in alinea’s.
6.2.1 Logisch bij elkaar
Veelal is de alinea-indeling de eerste stap die u zet als het gaat om uiterlijke structuur: wat is logische informatie om bij elkaar te zetten? Met een duidelijke alinea-indeling zorgt u ervoor dat de boodschap beter te behappen is. U heeft een grote lap tekst immers in kleinere stukken opgedeeld. Daarmee is het voor de lezer een stuk gemakkelijker om de informatie tot zich te nemen. En voor u om de tekst uiteindelijk te schrijven!
Nieuw onderwerp, nieuwe alinea
U kunt uw alinea’s indelen naar het bouwplan, en de subvragen of de subsubvragen één-op-één vertalen naar de alinea’s. Dit kost echter veel tijd. Een minder tijdrovend alternatief is om de volgende vuistregels te gebruiken:
- Als een nieuwe zin over hetzelfde onderwerp gaat als de vorige, bijvoorbeeld omdat u in die vervolgzin iets uitlegt of een voorbeeld beschrijft, hoort die zin in dezelfde alinea thuis.
- Bespreekt u een nieuw aspect in de zin, dan moet deze zin in een nieuwe alinea komen te staan.
Eén kernboodschap per alinea
Een goede alinea heeft één kernboodschap. Met de kernboodschap geeft u aan wat u precies wilt vertellen. Deze kernboodschap staat in het begin van de alinea, in de eerste of tweede zin. Zet u de boodschap aan het eind, dan gaat dat ten koste van de begrijpelijkheid van de alinea.
6.2.2 Overgangszinnen
Wilt u een vloeiende overgang van de ene alinea naar de andere? Dan is het raadzaam om een passende overgangszin te gebruiken. Een overgangszin maakt duidelijk wat de relatie is tussen de ene alinea en de andere. Dat kan bijvoorbeeld een opsomming zijn, een tegenstelling of een andere relatie. Dankzij een goede overgangszin kan de lezer vrij snel zien in welke context de alinea staat die hij begint te lezen.
Voorbeelden van overgangszinnen
Goede overgangszinnen zijn er in vele soorten en maten. Enkele voorbeelden:
- ‘Niet alleen non-profitorganisaties doen aan
- mvo, ook steeds meer bedrijven ontplooien mvo-gerichte activiteiten.’ (relatie: opsomming)
- ‘In tegenstelling tot de websitebezoeker, is de beursbezoeker niet zo gericht op zoek naar informatie.’ (relatie: tegenstelling)
- ‘Als de bladformule eenmaal is ontwikkeld, kan de redactie de rubrieken gaan invullen.’ (relatie: volgtijdelijkheid, oftewel zaken die elkaar in de tijd opvolgen)