4.2 Komma’s
leesbaarheid
Kommagebruik kent minder regels, maar wel heel wat richtlijnen. Komma’s zijn bedoeld om de leesbaarheid van een tekst te bevorderen. Het zijn adempauzes in de tekst. U mag deels zelf bepalen waar u de komma’s neerzet om een tekst leesbaarder te maken.
4.2.1 Pauzekomma’s
hardop lezen
Als u op een bepaald moment in een zin automatisch een rustpauze inlast, plaatst u daar een komma. Dit kunt u gemakkelijk nagaan door de zin hardop te lezen. Hiervoor zijn geen strikte regels, al is een komma tussen twee werkwoorden wel gebruikelijk: ‘Net toen de actie eindigde, was de voorraad uitgeput.’
Komma’s of punten
Streef naar zo min mogelijk komma’s. Anders kan dit erop wijzen dat uw zinsstructuur niet klopt. Als uw zin veel komma’s bevat, kunt u er beter een paar vervangen door een punt. Kijk eens naar de volgende zin: ‘In antwoord op uw verzoek om een gesprek, zoals u dat in uw brief van 16 december 2017 doet, hebben wij, tijdens het meest recente klantoverleg, in samenspraak met de afdeling communicatie, besloten u uit te nodigen en na te gaan hoe we deze kwestie, op een manier die voor alle partijen bevredigend is, kunnen afhandelen.’
Met wat punten wordt dit: ‘Op 21 augustus 2017 heeft u ons gevraagd met u in gesprek te gaan. Na intern overleg leek dit ons ook de beste manier. Wij willen u dan ook uitnodigen voor een gesprek. We hopen dat we deze kwestie dan kunnen afhandelen op een manier die voor u én ons bevredigend is.’
4.2.2 Verhelderende komma’s
uitbreidende bijzinnen
Het kan voorkomen dat de plaats van de komma de betekenis van een zin beïnvloedt. De zin betekent dan met komma iets anders dan zonder. Dat is zeker het geval in zogenoemde uitbreidende bijzinnen. Zo betekent ‘De reacties van de medewerkers die we belangrijk vinden’ iets anders dan ‘De reacties van de medewerkers, die we belangrijk vinden’. Als u dit wilt herkennen, kunt u de zin het beste ook voorlezen.
4.2.3 Structuurkomma’s
bijvoeglijke naamwoorden
Er zijn gevallen waarin de structuur van de zin om een komma vraagt. Zo zult u meestal een komma zetten tussen twee bijvoeglijke naamwoorden, zoals bij ‘een snelle, gelikte campagne’. Komma’s horen ook tussen de delen van een opsomming: ‘Kiest u voor een klopboormachine, een tafelboormachine, een slagboormachine of de boorhamer?’ In dit soort opsommingen vervangt de komma het woord ‘of’.
4.2.4 Plaatsen van komma’s
hoofdzinnen
bijzin
persoonsvormen
Soms kunt u zelf kiezen wanneer u een komma plaatst, soms kunt u niet anders dan een komma neerzetten. Zoals tussen twee hoofdzinnen, als er geen voegwoord tussen staat. Staat dat er wel, dan komt een komma alsnog goed van pas als de twee afzonderlijke zinnen erg lang zijn. Tussen twee lange hoofdzinnen met of zonder voegwoord, maar met zelf al komma’s, is een komma geen goed idee. Zet dan gewoon een punt. In de volgende gevallen zijn komma’s wel verstandig:
- Als in een hoofdzin een andere (korte) hoofdzin staat. Zet de komma’s dan voor en achter deze hoofdzin.
- Als in een bijzin een andere bijzin staat. Zet de komma dan voor en achter deze bijzin.
- Als na een hoofdzin twee of meer bijzinnen volgen. Zet de komma’s dan tussen de bijzinnen.
- Als een zin twee persoonsvormen heeft. Zet de komma dan tussen de persoonsvormen.
- Komma’s zijn overbodig als hoofd- en bijzin samen heel kort zijn en als hoofd- en twee of meer bijzinnen samen heel kort zijn.
Denk niet dat u vóór ‘en’ nooit een komma mag plaatsen. Dat mag best als dat de duidelijkheid van de zin ten goede komt. En gedachtenstreepjes vervangen de komma’s; die kunt u niet achter elkaar plaatsen.