4.1 Punten
citaat
Aan het eind van de zin staat een punt. De mededeling is klaar, het statement is gemaakt, punt. Een vraagteken of uitroepteken vervangt de punt, dus na een vraagteken of uitroepteken volgt niet nog een punt. Als het einde van de zin ook het einde van een citaat is, volgt eerst de punt en daarna sluit u de aanhalingstekens.
Afkortingen
Punten gebruikt u eveneens om aan te geven dat er sprake is van een afkorting. Het gaat dan zowel om afkortingen van woorden, zoals dr. of ca., als om afkortingen van woordenreeksen, zoals o.l.v. of m.b.t. In aanduidingen als ivf, NS, gsm, FNV en tv ontbreekt de punt, omdat het een zogenoemd ingeburgerd initiaalwoord is, een woord dat letter voor letter wordt uitgesproken. Hetzelfde geldt voor de ingeburgerde letterwoorden, afkortingen die u uitspreekt als een woord, zoals NAVO, wifi en havo.
Cijferreeksen
minuten
U komt de punt ook tegen bij getallen en cijferreeksen. Zo geeft de punt bij tijdsaanduidingen het verschil tussen uren en minuten weer: 14.52 uur. Als u ook de seconden wilt aangeven, zet u na de minuten een dubbele punt: 10.37:48, al wordt dit bijna alleen in sportuitslagen gebruikt. Voor geldbedragen geldt de afspraak dat bij meer dan drie cijfers de punt het duizendtal aangeeft: € 5.200 en het miljoen: € 4.991.000.
In uw werk heeft u waarschijnlijk ook regelmatig te maken met bankrekeningnummers. De regel is: na twee cijfers komt telkens een punt. Als er drie overblijven, hoeft daar geen punt meer tussen. Dit ziet er bijvoorbeeld als volgt uit: 15.27.43.009.