2.4 Groepen medewerkers

kwetsbaarder

Ook bepaalde kenmerken van medewerkers dragen eraan bij dat ze een arbeidsongeval kunnen krijgen. Zo zijn medewerkers met weinig ervaring een stuk kwetsbaarder dan hun meer ervaren collega’s.

Aandacht

werkzaam­heden

Als bepaalde groepen medewerkers vaker slachtoffer worden van een bedrijfsongeval, ligt dat natuurlijk niet automatisch aan henzelf. Kijk eerst of er geen sprake is van een over­vertegenwoordiging van bepaalde groepen medewerkers bij risicovollere werkzaamheden. En of de arbeidsomstandigheden voor de ene groep gelijk zijn aan die voor de andere. 
In ieder geval moet u extra aandacht geven aan onderstaande groepen medewerkers. Deze groepen zijn namelijk vaker betrokken bij een arbeidsongeval dan andere groepen medewerkers.

2.4.1 Jongere medewerkers

letsel

beperkingen

Jongeren zijn een bekende risicogroep. Medewerkers tot dertig jaar oud lopen een grotere kans op letsel en verzuim als gevolg van een arbeidsongeval. Een duidelijke oorzaak hiervan is hun onervarenheid, waardoor ze risico’s vaker verkeerd inschatten. Er zijn dan ook strengere regels voor arbeidsomstandigheden en arbeidstijden voor werknemers die jonger zijn dan 18 jaar. Voor jongeren onder de 16 jaar gelden nog meer beperkingen: zij mogen bepaalde soorten werk helemaal niet uitvoeren.

2.4.2 Oudere medewerkers

herstellen

Hoewel ze meer ervaring hebben, lopen oudere medewerkers ook extra risico, onder meer door fysieke beperkingen door hun hogere leeftijd. Bovendien herstellen zij minder snel van een ongeval. Ouderen lopen voornamelijk risico op ernstige ongevallen die ziekenhuisopname of zelfs de dood tot gevolg hebben.

2.4.3 Mannelijke medewerkers

machines

Mannen lopen een groter risico op arbeidsongevallen dan vrouwen. Dit heeft meestal te maken met het feit dat mannen oververtegenwoordigd zijn in risicovolle beroepen, zoals in de bouw, de chemische industrie. Ook werken ze vaker met zware machines. Zijn mannelijke medewerkers in uw organisatie vaker het slachtoffer van ongevallen, kijk dan in ieder geval of dit te maken heeft met het feit dat zij vaker risicovolle taken uitvoeren.

2.4.4 Buitenlandse medewerkers

Ook buitenlandse medewerkers lopen extra risico. In veel gevallen komt dit doordat ze de Nederlandse taal slecht of niet beheersen en daardoor moeite hebben met voorlichting en communicatie rond veiligheid.

Taaleis

beheersen

begrijpen

verstaanbaar

Schakelt uw organisatie tijdelijk een buitenlandse kracht in om bepaalde risicovolle werkzaamheden uit te voeren, dan moet hij de Nederlandse taal voldoende beheersen. Dat is een wettelijke eis. Hij moet aantonen dat hij:

• aanwijzingen op etiketten van stoffen, arbeidsmiddelen of persoonlijke beschermingsmiddelen begrijpt en kan uitvoeren;
• werkinstructies voor de omgang met stoffen, arbeidsmiddelen of persoonlijke middelen begrijpt en kan uitvoeren; zich verstaanbaar kan maken aan anderen in zijn werkomgeving en dat die personen hem begrijpen.

boete

De buitenlandse werknemer is in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor de naleving van de taaleis. Maar ook uw organisatie moet kunnen aantonen dat de tijdelijke kracht de Nederlandse taal voldoende beheerst. Inspectie SZW kan uw organisatie anders een boete opleggen.

Cultuur

aankaarten

Ook het verschil in werkcultuur kan een rol spelen. Terwijl Nederlandse werknemers vrij mondig zijn en gevaarlijke situaties gewoon aankaarten bij hun leidinggevende, durven allochtonen dat misschien minder snel en werken gewoon door in een onveilige situatie.