7.2 Diverse gevolgen

blijven doorbetalen

Het gevolg van de door UWV opgelegde loonsanctie is dat uw organisatie in elk geval het loon van de zieke werknemer moet blijven doorbetalen en zich ook moet blijven inzetten voor zijn re-integratie gedurende een periode van nog maximaal 52 weken (een jaar).

Percentage

minstens 70%

Tijdens de periode van de loonsanctie – het derde ziektejaar – moet uw organisatie wettelijk gezien (minstens) 70% van het loon doorbetalen. Hierbij geldt er – net als in het tweede ziektejaar (zie paragraaf 2.2) – geen ondergrens qua betaling, dus is het mogelijk om de werknemer dat jaar onder het voor hem geldende minimumloon te betalen.

percentage afgesproken

Mocht het zo zijn dat er in de individuele of collectieve arbeidsovereenkomst een ander (hoger) doorbetalingspercentage is afgesproken voor het derde ziektejaar, dan moet uiteraard dat percentage worden aangehouden. Omdat er echter meestal niets is vastgelegd over de (hoogte van de) doorbetaling tijdens een loonsanctie, wordt de wettelijke minimumdoorbetalingsverplichting van kracht.

rechter

Slechts in uitzonderlijke gevallen waarbij er voor de werknemer een financieel nadeligere situatie ontstaat dan als de loonsanctie niet was opgelegd, kan de rechter bepalen dat uw organisatie toch meer loon moet doorbetalen dan het wettelijk minimumpercentage.

Arbeidsrechtelijk

langer in stand

niet opzeggen

Een opgelegde loonsanctie heeft niet alleen directe financiële maar ook arbeidsrechtelijke gevolgen. Door de sanctie blijft namelijk ook het opzegverbod bij ziekte langer in stand. Dat betekent dat de zieke werknemer voor zolang de loonsanctie duurt extra ontslagbescherming geniet. Uw organisatie kan de arbeidsovereenkomst met de werknemer hierdoor niet opzeggen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid door bij UWV een ontslagvergunning aan te vragen (zie paragraaf 1.1).