1.2 Overlegrecht als belangrijkste bevoegdheid
De wetgever hecht veel waarde aan overleg binnen de onderneming. Het ligt dan ook voor de hand dat het overlegrecht één van de belangrijkste bevoegdheden van de ondernemingsraad is. De OR mag bijvoorbeeld pas tot een besluit komen over een advies- of instemmingsaanvraag als er ten minste één keer in de overlegvergadering over is gesproken. En ook de bestuurder mag niet beslissen over een schriftelijk voorstel van de OR zonder daar eerst met de raad over te overleggen. Hier mag u uw werkgever natuurlijk best op wijzen.
Het overleg- en informatierecht doen zich bijna altijd en overal voor. Deze zijn niet gebonden aan bepaalde onderwerpen en spelen ook bij de uitoefening van de bijzondere bevoegdheden een belangrijke rol.
De overlegvergadering
WOR
Volgens artikel 24, lid 1 van de WOR moet er minstens tweemaal per jaar een overlegvergadering tussen de bestuurder en de OR plaatsvinden. Tijdens deze vergadering wordt de algemene gang van zaken binnen de organisatie besproken. Het is bovendien een gelegenheid voor de werkgever om mededeling te doen van voorgenomen besluiten omtrent advies- of instemmingsplichtige onderwerpen (zie paragraaf 1.3.1 en 1.3.2). De OR en werkgever moeten gedurende deze halfjaarlijkse overlegmomenten tot slot ook afspraken maken over de manier en momenten waarop de raad betrokken wordt bij deze besluiten.
In goede banen
regels voor overleg
Er zijn een aantal regels opgesteld om het verloop van een overlegvergadering in goede banen te leiden. Deze zijn te vinden in artikel 23, 23a, 23b en 23c van de WOR. Een aantal voorbeelden van deze regels zijn:
- Als de bestuurder of de ondernemingsraad een verzoek voor een overlegvergadering indient, moet deze binnen twee weken plaatsvinden.
- Niet alleen de voorzitter, maar alle leden van de ondernemingsraad mogen tijdens de vergadering het woord voeren.
- De bestuurder en de ondernemingsraad mogen beide agendapunten indienen. De uiteindelijke agenda wordt dan ook door beide partijen vastgesteld.
- Als de bestuurder is verhinderd, mag hij zich laten vervangen door een medebestuurder. Als die er niet is, mag een toezichthouder de rol op zich nemen. De werkgever mag tot slot een andere werknemer hiertoe de bevoegdheid geven.
Hoewel de wet stelt dat er minstens tweemaal per jaar een overlegvergadering plaats hoort te vinden, is het aan te raden om vaker te overleggen met uw werkgever. Dit versterkt de onderlinge relatie, en zorgt er bovendien voor dat u een continue vinger aan de pols houdt.
Alle onderwerpen
Maar niet alleen onderwerpen waar advies of instemming voor nodig is, verdienen overleg. OR en bestuurder kunnen zo ongeveer alle onderwerpen die te maken hebben met de onderneming op de agenda van hun overlegvergadering zetten. Hierin staan zij geheel vrij. De OR of PVT die de kunst van het overleggen verstaat, kan daarmee soms meer bereiken dan met zijn advies- en instemmingsrechten. Dit is natuurlijk de moeite waard!
Een vreemde eend in de bijt: het initiatiefrecht
Een vreemde eend in de bijt van medezeggenschapsbevoegdheden is het recht van de ondernemingsraad om in of buiten de overlegvergadering voorstellen te doen. Echt overleg is ondenkbaar zonder voorstellen van beide kanten en de term initiatiefrecht wordt dan ook meestal voorbehouden aan de schriftelijke variant, dus voorstellen buiten de overlegvergadering. Omdat dit recht zich niet beperkt tot bepaalde zaken, is er sprake van een algemene bevoegdheid. De wet behandelt het dan ook als onderdeel van het overlegrecht.