3.3 Het advies
onduidelijkheid
Na één of meerdere overlegvergaderingen is het tijd voor de OR of PVT om de balans op te maken en het advies te formuleren. De wet vertelt niet hoe het advies eruit moet zien, zelfs mondeling adviseren is toegestaan. Dat wordt overigens wel afgeraden, al is het maar om te voorkomen dat er onduidelijkheid ontstaat over wat u nu precies adviseert.
3.3.1 Helder
bondig
helder
Het is raadzaam om het advies zo eenduidig en bondig mogelijk te formuleren. Houd nutteloze informatie als opsommingen van gehouden vergaderingen en geraadpleegde documenten uit het advies. Formuleer het advies zo helder dat de bestuurder niet de kans krijgt om in het midden te laten of hij een advies nu wel of niet opvolgt. Een ‘ja, mits…’ is onduidelijk en kan door de bestuurder als ‘toe maar’ worden opgevat. En ‘nee, tenzij…’ is net zo verwarrend, want stel dat de bestuurder toezeggingen doet voor vier van de zes gestelde voorwaarden: is het advies dan een ‘ja’ geworden?
3.3.2 Puntsgewijs
misverstanden
Het mooiste en voor de bestuurder meest waardevolle advies is een advies waarin de OR puntsgewijs laat weten wat hij van de voorstellen vindt, met voor elk (deel)advies overtuigende argumenten. De bestuurder moet dan in zijn reactie op elk van die punten ingaan of ze onverkort overnemen in zijn definitieve besluit. Voorkom daarbij misverstanden en neem in het advies zeker ook eerdere toezeggingen op door te verwijzen naar het verslag van de overlegvergadering waarin de bestuurder ze heeft gedaan.
Uiteraard wilt u in de gaten houden wat de bestuurder met uw advies doet. Niet alleen in woord, maar zeker ook in daad. Pleit daarom gerust voor evaluatiemomenten in uw advies.