U bent hier

Onderneming & Salaris
Seksueel grensoverschrijdend gedrag3. Preventie3.6 Taken en verantwoordelijkheden voor uitvoering

3.6 Taken en verantwoordelijkheden voor uitvoering

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: juli 2024

vertrouwens­persoon

integreren

Voor een effectief preventiebeleid tegen seksuele intimidatie is het noodzakelijk om duidelijk te omschrijven wat de taken en verantwoordelijkheden van verschillende stakeholders zijn. Dit betreft niet alleen het management op alle niveaus en ondersteuners, zoals u als HR-professional, maar ook hulpstructuren zoals vertrouwenspersonen en de bedrijfsarts. Daarnaast spelen interne waakhonden, zoals de medezeggenschap en de raad van toezicht of raad van commissarissen, een belangrijke rol. Ontwikkel vervolgens de benodigde competenties voor alle betrokkenen, idealiter als onderdeel van reguliere (bij)scholings- en (management)trainingsprogramma’s. Naast generieke trainingen kan maatwerk nodig zijn op basis van individuele behoeften. Het onderhouden en integreren van het geleerde in andere domeinen, zoals ziekteverzuimgesprekken en exitinterviews, is ook nodig.

Competenties

signalen

U als HR-professional, leidinggevenden, en andere adviseurs moeten specifieke competenties ontwikkelen, waaronder:

  • kennis over de achtergronden, aard, omvang en risico’s van seksuele intimidatie, en hoe deze te beheersen;
  • het herkennen van signalen van seksuele intimidatie;
  • het voeren van gesprekken met zowel klagers als aangeklaagden;
  • interventies in concrete situaties van grensoverschrijdend gedrag;
  • proactief bespreekbaar maken van het thema in werk­overleg en bilaterale gesprekken;
  • reflecteren op het eigen gedrag en voorbeeldgedrag tonen.

Middelen

opvangen

Naast training is het belangrijk om middelen, zoals tijd en aanwezigheid op de werkvloer, te faciliteren, zodat leidinggevenden signalen kunnen opvangen en werkoverleggen kunnen voeren.

Dit is alleen haalbaar als de ‘span of control’ – het aantal werknemers aan wie de leidinggevende direct leiding geeft – niet te groot is. Tot slot is het integreren van deze competenties in reguliere beoordelings- en functioneringsgesprekken van belang. Dit helpt om vast te stellen in hoeverre iemand voldoende toegerust is om ongewenst gedrag op de werkvloer aan te pakken en welke stappen mogelijk nog nodig zijn.