8.2 Nadelen
goed over informeren
Er zijn ook diverse belangrijke (financiële) nadelen aan de cafetariaregeling verbonden voor werknemers. Het is van belang dat zij zich daarvan bewust zijn en u hen daar goed over informeert. Uw onderneming heeft overigens de mogelijkheid om bepaalde nadelen in de kiem te smoren (zie hierna).
Pensioen
Aangezien het voor een uitruil aangewezen eindheffingsloon tot het loon behoort – maar gericht is vrijgesteld of bij de werkgever is belast via eindheffing – maakt dit ook deel uit van het pensioengevend loon.
negatief effect
Dit is alleen anders als de eindheffingsbestanddelen niet zijn geïndividualiseerd of als het gaat om een uitruil waarbij de werknemer kiest voor het inleveren van loon voor extra vakantiedagen. Dit heeft een negatief effect op de pensioengrondslag. Uw onderneming kan deze doorwerking echter uitsluiten, waardoor er voor de werknemer geen consequenties zijn qua pensioenopbouw. De bijbehorende voorwaarden voor die uitsluiting vindt u in onderstaand kader.
Uitsluiten doorwerking pensioengrondslag
voorwaarden
tijdelijk
hooguit 10% arbeidsduur
De consequenties van een uitruil op het pensioengevend loon van werknemers mogen worden uitgesloten onder de volgende voorwaarden:
- Er is een schriftelijk vastgelegde cafetariaregeling waaraan minstens driekwart van alle werknemers – of van de werknemers van een organisatorische of functionele eenheid van uw onderneming – kan deelnemen.
- Het gaat om een tijdelijke – dus niet-structurele – verlaging van het fiscale loon. Dat betekent dat werknemers minstens eens per jaar moeten kunnen kiezen voor het al dan niet uitruilen van loonbestanddelen.
- Het gaat om een uitruil van loon voor uitsluitend vakantie-uren – dus een vermindering van de arbeidstijd – voor hooguit 10% van de overeengekomen arbeidsduur.
Toeslagen
geheel vervallen
Als de werknemer met een IKB kiest voor het laten uitbetalen van zijn budget, kan dat extra loon negatieve gevolgen hebben voor de eventuele toeslagen van de Belastingdienst. Omdat zijn inkomen hierdoor hoger wordt, heeft de werknemer mogelijk nog slechts recht op een lager bedrag aan huurtoeslag, kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag of zorgtoeslag. Of door het hogere inkomen komt het recht op huurtoeslag, kindgebonden budget of zorgtoeslag geheel te vervallen.
Het laten uitbetalen van keuzebudget – met dus een hoger inkomen als gevolg – kan juist wel weer positieve gevolgen hebben als de werknemer een (hypothecaire) lening wil aanvragen.
Uitkeringen
gebaseerd op brutoloon
Door gebruik van de cafetariaregeling kan het brutoloon van de werknemer wijzigen. Deze (tijdelijke) wijziging moet u vastleggen in de arbeidsovereenkomst of een aanvulling daarop. Als gevolg hiervan kunnen (de grondslagen voor) uitkeringen en verstrekkingen die zijn gebaseerd op het brutoloon lager uitvallen. Het kan hierbij gaan om:
- uitkeringen door uw onderneming, zoals de eindejaarsuitkering, vakantiebijslag (zie hierna) en het door te betalen loon bij ziekte van de werknemer;
- uitkeringen door UWV, zoals WW-uitkeringen en WIA-uitkeringen.
Onder voorwaarden mag uw onderneming ervoor kiezen om de uitruil van loonbestanddelen niet te laten doorwerken in loongerelateerde uitkeringen. Dit moet dan duidelijk in het cafetariareglement zijn opgenomen en ook consequent worden doorgevoerd.
Vakantiebijslag
Uw onderneming is de werknemer vakantiebijslag verschuldigd over al zijn brutoloon in geld. Het uitruilen van brutoloon voor een onbelaste vergoeding of verstrekking kan de grondslag waarover u zijn vakantiebijslag berekent dus aantasten.
Rekenvoorbeeld consequentie vakantiebijslag
opgebouwd
op juiste manier
Dit voorbeeld betreft een werknemer met een brutoloon per maand van € 2.200, die gedurende de maanden januari tot en met mei € 300 brutoloon uitruilt voor een de verstrekking van een fiets. In juni krijgt hij zijn vakantiebijslag van 8% uitbetaald, die is opgebouwd over de voorgaande twaalf kalendermaanden. Onderstaand ziet u wat de uitruil met die bijslag doet.
Zonder uitruil | Met uitruil | |
Brutoloon juni t/m december | € 15.400 | € 15.400 |
Brutoloon januari t/m mei | € 11.000 | € 9.500 |
Totaal brutoloon opbouwjaar | € 26.400 | € 24.900 |
Vakantiebijslag | € 2.112 | € 1.992 |
Verschil | € 120 |
Zoals hiervoor al is aangegeven, kunt u de doorwerking van een uitruil in de vakantiebijslag voorkomen door dit op de juiste manier vast te leggen.
uitgesloten
geen gevolgen
Niet elke uitruil heeft gevolgen voor de vakantiebijslag van werknemers. Als de werknemer namelijk kiest voor een bron die is uitgesloten van de grondslag waarover uw onderneming de bijslag moet berekenen, heeft dit uiteraard sowieso geen gevolgen. De loonbestanddelen in geld die uitgesloten zijn van de grondslag waarover vakantiebijslag wordt berekend, zijn onder andere:
- eindejaarsuitkeringen;
- onkostenvergoedingen;
- uitkeringen bij bijzondere gelegenheden;
- winstuitkeringen.
Als de werknemer dus bijvoorbeeld zijn eindejaarsuitkering (deels) uitruilt voor een onbelaste vergoeding of verstrekking, heeft dit per definitie geen gevolgen voor de hoogte van zijn vakantiebijslag.
Heeft uw onderneming doorwerking van een uitruil in andere loongerelateerde regelingen niet uitgesloten, wijs werknemers er dan op dat er bij de keuze voor bepaalde bronnen als inzet geen consequenties zijn voor de hoogte van de vakantiebijslag.