16.1 Loonheffingen
Hierna komen de aandachtspunten van AOW’ers voor elk onderdeel van de loonheffingen apart aan bod.
Loonheffing
speciale kolommen
De tabellen voor de inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen (loonheffing) bevatten speciale kolommen voor werknemers met de AOW-leeftijd en ouder: de kolom geboren in 1945 of eerder en de kolom geboren in 1946 of later. Dat komt sowieso omdat er in schijf 1a voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen afwijkende tarieven voor AOW’ers gelden doordat zij geen AOW-premie meer zijn verschuldigd. Voor AOW’ers komt het tarief in schijf 1a uit op 19,20% in plaats van de 37,10% die voor werknemers van jonger dan de AOW-leeftijd geldt. Maar verder zijn ook veel heffingskortingen lager voor AOW’ers en hebben zij juist wel weer recht op de ouderenkorting. Ook de tarieven aan eindheffing zijn voor werknemers vanaf de AOW-leeftijd in de eerste twee schijven lager dan die voor werknemers jonger dan deze leeftijd.
betreffende AOW-kolom
U past de betreffende AOW-kolom van de loonbelastingtabel toe voor loon dat wordt genoten vanaf de eerste dag van de kalendermaand dat de werknemer de AOW-leeftijd bereikt. Dus stel dat een werknemer de AOW-leeftijd op 4 oktober bereikt, dan past u de kolom AOW-leeftijd en ouder toe op het loon dat hij geniet vanaf 1 oktober.
geen premies verschuldigd
Voor de AOW-gerechtigde die bij u in dienst is, past u de witte loonbelastingtabel toe op zijn loon. Betaalt u de AOW-gerechtigde een uitkering – zoals een lijfrente of (pre)pensioenuitkering – dan past u op dit loon uit vroegere dienstbetrekking de groene loonbelastingtabel toe.
Werknemersverzekeringen
Uw onderneming is geen premies werknemersverzekeringen meer verschuldigd over loon dat wordt genoten vanaf de eerste dag van de kalendermaand waarin de werknemer recht op AOW krijgt. Dus stel dat een werknemer op 13 november de AOW-leeftijd bereikt, dan betaalt u geen premies werknemersverzekeringen meer over het loon dat hij geniet vanaf 1 november.
wel verzekerd
Ondanks dat uw organisatie geen enkele van de premies werknemersverzekeringen is verschuldigd voor AOW-gerechtigde werknemers, zijn zij nog wel verzekerd voor de Ziektewet (ZW).
De verzekeringsplicht voor de AOW, WAO, WIA en WW loopt door tot de dag vóór het bereiken van de AOW-leeftijd. De verzekeringsindicaties staan tot en met die dag op J(a). Vanaf de verjaardag van de werknemer staan alle indicaties op N(ee), behalve die voor de ZW: die blijft J(a).
verhaalt UWV
Als de AOW-gerechtigde werknemer ziek wordt en UWV een ZW-uitkering aan hem betaalt, verhaalt UWV dit geld op uw onderneming.
Zorgverzekeringswet
regulier
Over loon uit tegenwoordige dienstbetrekking van AOW’ers bent u regulier de werkgeversheffing voor de Zorgverzekeringswet (ZVW) verschuldigd tot het einde van de dienstbetrekking. Dit is alleen anders als het bijvoorbeeld om een directeur-grootaandeelhouder (zie hoofdstuk 8) gaat of pseudowerknemer (zie hoofdstuk 10). Dan houdt u regulier de bijdrage ZVW in op hun loon.
vanaf de eerste dag
Over loon uit vroegere dienstbetrekking houdt u de bijdrage ZVW in vanaf de eerste dag ná de maand waarin de werknemer AOW-gerechtigd wordt.
Omgaan met verhoging AOW-leeftijd
verandert niet meer
Stel dat een werknemer in de laatste maanden van dit jaar de huidige AOW-gerechtigde leeftijd van 66 jaar en 4 maanden bereikt. De AOW-leeftijd stijgt per 2022 echter naar 66 jaar en 7 maanden. Daar voldoet deze werknemer met zijn verjaardag eind 2021 op 1 januari 2022 dan nog niet aan. Maar als eenmaal een AOW-leeftijd is bereikt, verandert dat niet meer. U kunt in zo’n situatie bij berekening van de loonheffingen dus gewoon de bedragen en tarieven voor werknemers met de AOW-leeftijd (blijven) gebruiken, ook begin 2022.
Levensloop
op de dag vóór zijn verjaardag
Het kan zijn dat een werknemer nog een openstaand levenslooptegoed heeft op het moment dat hij de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. In dat geval belast u het tegoed op de dag vóór zijn verjaardag als loon uit vroegere dienstbetrekking. U houdt hierop loonbelasting/premie volksverzekeringen in, onder verrekening van eventuele opgebouwde en nog niet benutte levensloopverlofkorting. Verder bent u werkgeversheffing ZVW over het tegoed verschuldigd, maar geen premies werknemersverzekeringen.
U kunt uiteraard slechts tot 1 november 2021 met deze situatie te maken krijgen. Op die datum valt immers eventueel levenslooptegoed vrij vanwege het einde van de overgangsregeling bij het vervallen van de levensloopregeling. Bij deze vrijval wordt de spaarinstantie er inhoudingsplichtig voor.