U bent hier

8.2 Gebruikelijkloonregeling

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: juni 2021

ook voor zijn partner

U moet voor een aanmerkelijkbelanghouder die ook werkt voor de vennootschap of coöperatie rekening houden met een gebruikelijk loon. Dat geldt ook voor zijn partner die voor de vennootschap werkt, en voor bloed- en aanverwanten in de rechte lijn (en hun partners) die voor de vennootschap werken met aandelen of winstbewijzen ervan in bezit.

Bedrag

minstens een bepaald loon

verschil als fictief loon

De gebruikelijkloonregeling houdt in dat de aanmerkelijkbelanghouder minstens een bepaald loon moet krijgen. Of beter gezegd: u moet minstens een bepaald loon voor hem in de loonheffingen betrekken, ongeacht of u dit bedrag daadwerkelijk betaalt. De fiscus gaat er namelijk van uit dat de aanmerkelijkbelanghouder (minimaal) een loon krijgt dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van zijn werk. Als de aanmerkelijkbelanghouder een lager bedrag ontvangt dan zijn gebruikelijk loon – of niets – moet u het verschil als fictief loon in de loonheffingen betrekken. Het genietingsmoment van dit fictieve loon is het einde van het kalenderjaar of eerder einde van de dienstbetrekking.

Het (daadwerkelijke, gebruikelijk of fictieve) loon van een aanmerkelijkbelanghouder valt niet altijd onder alle onderdelen van de loonheffingen: hij is namelijk niet altijd verzekerd voor de werknemersverzekeringen.

hoogste

meest vergelijkbare

Als gebruikelijk loon voor een voltijds dienstverband geldt op kalenderjaarbasis het hoogste bedrag van deze drie:

  • 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking (het hoeft dus niet om exact hetzelfde werk te gaan);
  • het loon van de meest verdienende werknemer van uw organisatie of van een verbonden vennootschap;
  • € 47.000 (bedrag 2021).

geen fictief loon

Als het gebruikelijk loon niet hoger is dan € 5.000 en de aanmerkelijkbelanghouder ontvangt in de praktijk geen loon, hoeft u geen fictief loon in aanmerking te nemen. Ontvangt hij wel loon – ook al is dat minder dan € 5.000 – dan moet u dit in de loonheffingen betrekken. De grens van € 5.000 geldt voor alle werkzaamheden van de aanmerkelijkbelanghouder en niet per onderneming.

afwijkend

Een verbonden vennootschap is die vennootschap waarin u minstens 1/3 deel belang heeft of die minstens 1/3 deel belang heeft in uw vennootschap. Of het is een vennootschap waarin een derde partij met minstens 1/3 deel belang in uw vennootschap, minstens 1/3 deel belang heeft.

Lager

niet automatisch lager

U mag afwijkend een lager loon aanhouden als u aannemelijk maakt dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan € 47.000 of dat 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan het loon van de meest verdienende werknemer van uw organisatie of van een verbonden vennootschap. In het eerste geval hanteert u een loon van 100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. In het tweede geval hanteert u een loon van 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, maar minimaal € 47.000.

evenredige

Let op dat u het gebruikelijk loon niet automatisch op een lager bedrag dan € 47.000 mag vaststellen als de aanmerkelijkbelanghouder in deeltijd werkt. Ook dan moet u aannemelijk maken dat een evenredig deel van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of het loon van de meest verdienende werknemer van uw organisatie of verbonden vennootschap lager is dan € 47.000. Kunt u dat inderdaad, dan hanteert u als loon het evenredige bedrag van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of dat van de meest verdienende werknemer.

niet lager

omzetdaling

minimumloon aanhouden

U mag ook een lager loon aanhouden dan gebruikelijk in sommige situaties dat uw onderneming zo veel verlies lijdt dat de continuïteit in gevaar is. Het loon mag dan in principe echter niet lager zijn dan het wettelijk minimumloon dat past bij de door de aanmerkelijkbelanghouder voor uw organisatie gewerkte uren.

Lager gebruikelijk loon vanwege coronacrisis

zonder toestemming

Ondervindt uw onderneming over heel 2021 een omzetdaling ten opzichte van heel 2019 van minstens 30%, dan mag u een lager gebruikelijk loon aanhouden. Hierdoor mag echter niet de rekening-courantschuld of het dividend toenemen. Verder mag de omzet over 2019, 2020 of 2021 niet zijn beïnvloed door bijzondere oorzaken, zoals een fusie of staking of bijzondere resultaten. En als de aanmerkelijkbelanghouder in de praktijk een hoger loon had, moet u dat loon aanhouden.

Als aan de voorwaarden wordt voldaan, mag u het lagere gebruikelijk loon aanhouden zonder voorafgaande toestemming van de Belastingdienst. U berekent dit loon door de omzet (exclusief BTW) over 2021 te delen door de omzet (exclusief BTW) over 2019, en dit vervolgens te vermenigvuldigen met het gebruikelijk loon over 2019.

Start

Als uw onderneming als zogeheten start-up kwalificeert, mag u het wettelijk minimumloon aanhouden als gebruikelijk loon. Of u gaat uit van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking als dat lager is door bijvoorbeeld deeltijd, wat u dan aannemelijk moet kunnen maken. U kunt deze start-upregeling hooguit drie jaar toepassen.

onder voorwaarden

Kwalificeert uw organisatie niet als start-up maar is het wel een startende onderneming, dan mag u onder voorwaarden hooguit drie jaar uitgaan van een lager loon dan gebruikelijk. Het loon mag dan niet lager zijn dan het wettelijk minimumloon dat past bij de door de aanmerkelijkbelanghouder voor uw organisatie gewerkte uren.

Het gebruikelijk loon is het loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen (kolom 14 van de loonstaat), plus individualiseerbaar eindheffingsloon. Dit loonbedrag is dus inclusief een bijtelling voor privégebruik van de auto van de zaak en exclusief aftrekposten zoals pensioenpremie.