U bent hier

Onderneming & Personeel
Verslaving op de werkvloer1. Verslaving op het werk, een inleiding1.4 Het eerste gesprek

1.4 Het eerste gesprek

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: januari 2024

Heeft een leidinggevende in uw organisatie voldoende aanwijzingen dat het werk van een werknemer zou kunnen lijden onder een verslaving, dan zal hij in eerste instantie naar u als arboprofessional toestappen, of naar uw collega’s van de HR-afdeling. U kunt de leidinggevende assisteren bij gesprekken en hem adviseren over een mogelijke strategie.

Handvatten

low profile

Het is aan te raden om een eerste gesprek in het begin zo ‘low profile’ mogelijk te houden. Houd u zich er dus bij het eerste gesprek buiten, maar u kunt de leidinggevende wel de volgende handvatten meegeven:

  • Waarschuw de leidinggevende om niet het gesprek in te gaan met de gedachte: ik zal die verslaving eens boven tafel krijgen. Het is nog niet bekend óf er überhaupt sprake is van een verslaving. En is dit wel het geval, dan is de kans groot dat de werknemer zal ontkennen.

termijn

Laat de leidinggevende insteken op (een gebrek aan) concrete resultaten, bijvoorbeeld prestaties die tegenvielen. Vervolgens vraagt hij de werknemer naar de oorzaak.

  • Laat de leidinggevende een paar concrete afspraken maken over verbetering van prestaties, of bijvoorbeeld over zaken als te laat komen, afspraken vergeten, et cetera. Van tevoren bedenkt de leidinggevende hoeveel tijd hij de werknemer geeft om zijn gedrag te verbeteren, en deze termijn benoemt hij. Is de werknemer inderdaad verslaafd, dan kan een dergelijk signaal al een grote impact hebben: de leidinggevende heeft hem ‘door’!
  • Laat de leidinggevende een gespreksverslag maken en een dossier aanleggen. Als het eerste gesprek niets oplevert, heeft uw organisatie hierdoor wel de informatie in handen over het disfunctioneren en bijvoorbeeld signalen van collega’s.

Een gesprek is bij vermoedens van een verslaving de enige eerste actie die mogelijk is. Een werknemer mag bijvoorbeeld niet zomaar onderwerpen worden aan een blaastest of een controle op alcohol- of drugsbezit.