8.3 Correcties
achteraf
Er kunnen zich diverse situaties voordoen waardoor achteraf blijkt dat u te veel of te weinig premies werknemersverzekeringen of werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (ZVW) heeft betaald. Hoe dat kan worden rechtgezet, hangt af van de betreffende situatie.
Bovenmatig
zonder dat u dit weet
Door bijvoorbeeld een tweede baan bij een andere werkgever kan het zijn dat het totale premieloon of bijdrageloon van een werknemer boven het maximumpremieloon of maximumbijdrageloon uitkomt, zonder dat u dit weet. Als dat het geval is, betaalt de Belastingdienst de bovenmatige premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) automatisch na afloop van het jaar aan u terug. De fiscus stuurt u een brief over zo’n teruggaaf.
De fiscus bepaalt eerst per werknemer het totale premie- en bijdrageloon waarover u en andere werkgever(s) premies en bijdrage hebben betaald, en daarna hoeveel u daadwerkelijk heeft betaald en of dit klopt met de eigen berekeningen. Was dit bovenmatig dan krijgt u dat terug.
Percentage
adviesbrief
Het kan gebeuren dat u de beschikking of mededeling met de gedifferentieerde Whk-premie (zie ook paragraaf 5.5) niet ontvangt, bijvoorbeeld omdat de Belastingdienst het premiepercentage niet heeft kunnen vaststellen. U ontvangt dan een adviesbrief waarin de fiscus u een voorlopig te gebruiken Whk-percentage geeft.
wijkt af
eerdere loonaangiften
Als u vervolgens in de loop van het jaar de beschikking of mededeling ontvangt, moet u het vastgestelde Whk-percentage vanaf de eerstvolgende aangifte loonheffingen gebruiken. Wijkt het uiteindelijke percentage af van het voorlopige percentage, dan moet u ook de eerdere loonaangiften corrigeren. Het bij te betalen of te veel betaalde bedrag verrekent u met de verschuldigde loonheffingen over het aangiftetijdvak van de loonaangifte waarbij u het correctiebericht meestuurt.
U kunt de Belastingdienst ook vragen om een teruggaaf of naheffing voor het verschil. Hiervoor moet u het formulier ‘Verzoek om teruggaaf of naheffing (nieuw of te laat vastgesteld gedifferentieerd premiepercentage Whk)’ gebruiken, dat u vindt op de website van de fiscus.
Herzien
met terugwerkende kracht
meer dan 30% meer uren
Een nieuw element sinds 2020 is de mogelijke herziening van de WW-premie. Zoals u in paragraaf 4.4 al kon lezen, mag u onder bepaalde voorwaarden de lage premie Awf toepassen. Er zijn echter situaties waarin u met terugwerkende kracht de hoge Awf-premie moet toepassen, ook al heeft u eerder correct gehandeld qua toepassing van de lage premie. Er zijn twee situaties waarin zo’n premieherziening kan spelen:
Vanwege de coronacrisis heeft het kabinet besloten om de tweede herzieningssituatie voor het jaar 2020 voor alle werkgevers buiten werking te stellen. Dit voorkomt onbedoelde gevolgen van deze regeling als er extra veel overwerk nodig is vanwege de coronacrisis.
Een herziening van de WW-premie speelt alleen als u de lage premie heeft toegepast, maar met terugwerkende kracht de hoge premie geldt. U moet dit zowel in het collectieve als nominatieve deel van de aangifte loonheffingen verwerken in de hiervoor bestemde rubrieken.
Als toepassing van de lage premie een vergissing was, moet u deze fout op de reguliere manier in de loonaangifte corrigeren. Er is dan geen sprake van een herziening.
verloonde uren
vaste arbeidsomvang
delen door zeven
urenoverschrijding
Om te bepalen of er voor de werknemer meer dan 30% meer uren zijn verloond, heeft u de verhouding tussen de verloonde uren en de totale overeengekomen arbeidsomvang in het kalenderjaar nodig:
- Voor het aantal verloonde uren telt u alle verloonde uren uit alle dienstbetrekkingen die u met de werknemer heeft bij elkaar op.
- Voor de totale overeengekomen arbeidsomvang van de vaste arbeidsovereenkomst neemt u deze stappen:
- U berekent de vaste arbeidsomvang van de aangiftetijdvakken (rekenkundig afgerond op twee decimalen) als volgt. U neemt per tijdvak het aantal contracturen per week uit de loonaangifte (naar de stand van de laatste dag van het aangiftetijdvak of van de dienstbetrekking bij een eerder einde hiervan), en vermenigvuldigt dit met – afhankelijk van het aangiftetijdvak – 4 (tijdvak van vier weken), 13/3 (tijdvak van een maand), 26 (tijdvak van een halfjaar) of 52 (tijdvak van een jaar).
- Als de dienstbetrekking niet het hele aangiftetijdvak bestaat, moet u de contracturen vermenigvuldigen met het aantal kalenderdagen van de dienstbetrekking dat tijdvak en dan delen door zeven (en ook weer afronden op twee decimalen).
- Vervolgens telt u de vaste arbeidsomvang van de aangiftetijdvakken dat kalenderjaar bij elkaar op, zodat de totale vaste arbeidsomvang van dat jaar resteert.
Voor bepaling van een eventuele urenoverschrijding deelt u het aantal verloonde uren door de overeengekomen arbeidsomvang dat kalenderjaar. Deze uitkomst vermindert u met 1 en vermenigvuldigt u vervolgens met 100. Het resterende percentage rondt u naar beneden af.
Voorbeeld bepaling urenoverschrijding
arbeidsomvang
Stel dat u voor een werknemer de lage Awf-premie toepast in de maandelijkse loonaangifte bij een vaste arbeidsovereenkomst van 24 uur per week. De overeengekomen arbeidsomvang is dan 24 × 13/3 = 104 per tijdvak en 1.248 op jaarbasis.
herziening is niet nodig
Als deze werknemer 1.500 verloonde uren heeft dit jaar, komt dat neer op ((1.500 ÷ 1.248) – 1) × 100 = 20,19 extra verloonde uren. Afgerond betekent dit dat de werknemer 20% meer verloonde uren heeft dan met hem is afgesproken. Premieherziening is in dit geval dus niet nodig, omdat het om minder dan 30% gaat.