2.1 Verdeling volgens de wet
testament
Om te beginnen is het goed om te weten dat het erfrecht onderscheid maakt tussen erfrecht zonder testament (het zogenoemde versterferfrecht) en het erfrecht mét testament (het testamentaire erfrecht). Als u niets vastlegt in een testament, bepaalt het wettelijke versterferfrecht wie de erfgenamen zijn en op welk deel van de erfenis zij recht hebben.
Een ander belangrijk aandachtspunt bij een fiscaal voordelige(re) successieplanning is het vaststellen van hoeveel inkomen u nodig heeft om in uw eigen levensonderhoud te blijven voorzien. Wacht niet te lang daarmee!
2.1.1 Erfgenamen
bloedverwant
Overlijdt u zonder een testament, dan hangt het van uw familiesituatie af wie uw erfgenamen zijn. Volgens de wet zijn er vier groepen van bloed- en aanverwanten:
- groep 1: de echtgenoot of geregistreerd partner en de kinderen (zie paragraaf 2.3.2);
- groep 2: ouders, broers en zusters;
- groep 3: grootouders;
- groep 4: overgrootouders.
Als er bijvoorbeeld in de eerste groep één of meer erfgenamen gevonden zijn, wordt er niet meer gekeken naar de bloedverwanten in de daaropvolgende groepen.
Plaatsvervulling
erfdeel
onterven
Binnen elke groep treedt plaatsvervulling op. Kleinkinderen in groep 1 erven samen het erfdeel als hun vader of moeder al is overleden. In groep 2 erven de (klein)kinderen van de broers en zussen door plaatsvervulling als hun vader of moeder al is overleden. Plaatsvervulling vindt ook plaats als een erfgenaam de erfenis verwerpt of als hij onterfd is of onwaardig is. Iemand is bijvoorbeeld onwaardig als hij als (mede)dader of medeplichtige schuldig is bevonden aan een misdrijf dat de dood van de erflater heeft veroorzaakt.
2.1.2 Verdeling erfenis
schulden
vordering
faillissement
Als u overlijdt en uw echtgenoot of geregistreerd partner en kind(eren) achterlaat, is uw partner eigenaar van alle bezittingen onder de verplichting om de schulden voor zijn rekening te nemen. Dit heet de wettelijke verdeling en die geldt alleen als er geen testament is. Uw kinderen houden hun erfdeel tegoed in de vorm van een vordering op uw partner en kunnen die vordering pas opeisen:
- bij faillissement van de langstlevende partner;
- als de langstlevende partner in de schuldsanering terechtkomt;
- bij overlijden van de langstlevende partner.