8.4 Belastingcontrole
controle
Als u een controle krijgt van de Belastingdienst, is uw organisatie verplicht om hieraan mee te werken. De wet bevat een hele reeks aan voorschriften die een controle mogelijk maken. Bovendien heeft de Belastingdienst een grote mate van vrijheid bij het bepalen van de wijze waarop hij een controle verricht.
8.4.1 Naheffingsaanslag
vijf jaar
Bij aangiftebelastingen gaat de fiscus in eerste instantie uit van de juistheid van de aangifte. Achteraf kan er een controle plaatsvinden naar de ingediende aangifte. Bij onjuistheden kan de Belastingdienst een naheffingsaanslag opleggen. Dit kan tot vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de belastingschuld is ontstaan.
8.4.2 Navorderingsaanslag
nieuw feit
Als na het opleggen van de definitieve aanslag bij een aanslagbelasting blijkt dat er te weinig belasting is geheven, kan de inspecteur een zogeheten navorderingsaanslag opleggen. Dit kan echter alleen als de inspecteur beschikt over een ‘nieuw feit’. Dit is een nieuw gegeven waarvan de inspecteur bij de regeling van de aanslag redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn. Ook hiervoor geldt een termijn van vijf jaar.
8.4.3 Boetes
Naast het opleggen van een naheffings- of navorderingsaanslag kan de Belastingdienst besluiten om een boete op te leggen. Het gaat hierbij dus om een bestuursrechtelijke afdoening. Afhankelijk van de situatie kan dat een verzuimboete of vergrijpboete (bij opzet of grove schuld) zijn.