U bent hier

Onderneming & Fiscus
Fiscaal strafrecht6. Fiscale misdrijven6.2 Opzet

6.2 Opzet

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: december 2018

juridische ­reikwijdte

Om een fiscaal misdrijf te plegen moet sprake zijn van opzet. De juridische reikwijdte van opzet is ruimer dan die in het dagelijkse spraakgebruik.

6.2.1 Definitie

willens en wetens

Voor opzet is vereist dat iemand willens en wetens handelt. Opzet bestaat dus uit twee onderdelen. Het eerste is het weten: als u iets doet maar niet weet wat het gevolg van die daad is, heeft u niet met opzet gehandeld. Het tweede onderdeel van opzet is het willen. Als u weet dat het handelen een bepaald gevolg kan hebben, maar u dat niet wilt, is ook geen sprake van opzet.

6.2.2 Bewijzen van opzet

lastig

Opzet is vereist voor een fiscaal misdrijf. Het is dus aan de Belastingdienst of het OM om te bewijzen dat er sprake is van opzet. Het kan erg lastig zijn om dit te bewijzen, omdat het ‘willens en wetens’ handelen zich vooral in het hoofd van de verdachte afspeelt.

bepaald gevolg

Om te voorkomen dat daders strafoplegging, na een door hen gepleegd fiscaal misdrijf, kunnen ontlopen door te stellen dat zij geen opzet hebben gehad, is de invulling van het opzet geobjectiveerd. Als duidelijk is dat een bepaalde handeling een bepaald gevolg heeft en de uitvoering duidelijk maakt dat iemand dit ook wilde, ligt het aanwezig zijn van opzet voor de hand.

6.2.3 Gericht op alle bestanddelen

opzet moet zien op

Op deze geobjectiveerde bestanddelen na moet opzet gericht zijn op alle bestanddelen van een delictsomschrijving. Vertaald naar de fiscale misdrijven zoals genoemd in het eerste lid van artikel 69 AWR betekent dit dat het opzet moet zien op het feit dat de aangifte bij de belastingwet is voorzien, op het niet doen van aangifte dan wel het niet voldoen aan de verplichtingen zoals genoemd in artikel 68 AWR, eerste lid onder a, b, d, e, f, of g.

Zware misdrijven

Het opzet voor zware misdrijven zoals genoemd in het tweede lid van artikel 69 AWR moet zijn gericht op het voorzien zijn van de aangifte, op het onjuist of onvolledig doen van die aangifte dan wel het niet voldoen aan de verplichting zoals genoemd in artikel 68, eerste lid onder c, AWR.