2.6 Restschuld
restschuld
Het komt nog altijd voor dat de opbrengst bij verkoop van een woning onvoldoende is om de gehele hypotheekschuld ineens te kunnen aflossen. In dat geval blijft u zitten met een restschuld. Een aflossingsvrije lening, tegenvallend rendement op een beleggingshypotheek of dalende huizenprijzen kunnen aanleiding zijn tot het ontstaan van een restschuld. Met uitzondering van de grote steden, blijkt uit cijfers van het Kadaster dat de meeste huizen die na 2000 zijn verkocht, nu minder waard zijn. Het kabinet erkent deze problematiek en ontwikkelde beleid voor restschulden.
Beleid bij restschulden
verzuim
Nationale Hypotheek-garantie
meefinancieren
Als u uw huis tussen 29 oktober 2012 en 1 januari 2018 verkoopt en een restschuld overhoudt, mag u de rentekosten over deze restschuld gedurende maximaal vijftien jaar aftrekken. Het verstandigste is natuurlijk om een restschuld op uw hypotheek te voorkomen, bijvoorbeeld door (extra) af te lossen. Bij verzuim zit u bij de verkoop van uw huis met een financieel gat. Vanaf 2018 is de rente over de restschuld niet langer meer aftrekbaar voor de inkomstenbelasting.
Hypotheek met NHG
Als u een hypotheek met Nationale Hypotheekgarantie (NHG) heeft, kan de restschuld op uw hypotheek onder voorwaarden worden kwijtgescholden of kunt u uw restschuld met NHG financieren.
Hypotheek zonder NHG
Als u een lening zonder NHG heeft, zijn er meerdere mogelijkheden om de restschuld van uw hypotheek af te betalen:
- spaargeld of ander vermogen aanspreken;
- een betalingsregeling treffen met de bank;
- de restschuld op uw hypotheek meefinancieren in uw nieuwe hypotheek;
- een verhuizing uitstellen totdat u meer heeft gespaard, aflossen of afwachten tot de woningprijzen weer stijgen.