2.1 Het begrip ‘eigen woning’
eigen woning
bijbehorende aanhorigheden
Een ‘eigen woning’ is in fiscale termen ‘een (deel van een) gebouw met de zogenoemde bijbehorende aanhorigheden dat u in eigendom bezit en dat aan u of aan personen die tot uw huishouden behoren, voor duurzaam gebruik als hoofdverblijf ter beschikking staat.’ Onder de ‘bijbehorende aanhorigheden’ vallen de tuin, een garage, schuur of stal.
Een woonschip of woonwagen in eigendom en als hoofdverblijf in gebruik, is een eigen woning, als het object duurzaam aan één ligplaats c.q. standplaats is gebonden. Varende woonschepen, pleziervaartuigen en caravans vallen dus niet onder de eigenwoningregeling.
2.1.1 Eigendom
eigenwoningregeling
eigendom
Er is sprake van ‘in eigendom bezitten’ als u (en/of uw fiscaal partner) de voordelen van de woning geniet (genieten) en alle kosten en lasten draagt (dragen), en de waardeverandering van de woning u (en/of uw fiscale partner) grotendeels, dat wil zeggen voor meer dan 50%, aangaat. In deze situatie geldt de eigenwoningregeling. Maar ook bij mede-eigendom of recht van vruchtgebruik, kan sprake zijn van ‘eigendom’ zoals hier bedoeld. Dit speelt bijvoorbeeld als u:
- woont in een woning op erfpachtgrond;
- woont in een eigen woning waarvoor u een zakelijk eigendomsrecht van opstal of beklemming heeft;
- woont in een eigen woning waarvan u alleen de economische eigendom bezit (de juridische eigenaar – bijvoorbeeld uw onderneming – bezit dan alleen het formele eigendomsrecht, maar u draagt zelf het volle risico voor waardeverandering);
- woont in een eigen woning in huurkoop; of
- als lid van een coöperatie of vereniging van appartements-eigenaren een flat of appartement bewoont of anderszins in een gesplitst pand een eigen woning bezit.
2.1.2 Bedrijfsdeel
bedrijfsdeel
woon-praktijkpand
Bestaat een pand uit een woondeel en een afzonderlijk bedrijfsdeel dat u gebruikt voor uw onderneming, dan valt het bedrijfsdeel niet onder het begrip ‘eigen woning’. Denk aan de winkel in een woon-winkelpand, de praktijkruimte in een woon-praktijkpand of de kantoorruimte in een woon-bedrijfspand. Het bedrijfsdeel van het pand valt soms als ondernemingsvermogen in box 1 of wordt belast in box 3.
Een werk- of studeerkamer in uw woning die u voor uw onderneming gebruikt, valt vrijwel altijd onder de ‘eigen woning’. Alleen als de ruimte fiscaal een zelfstandige werk- ruimte is telt deze niet mee en valt dan in box 3. Bij terbeschikkingstelling valt de ruimte in box 1.
2.1.3 Eigenwoningwaarde
WOZ- beschikking
eigenwoningwaarde
Als uw eigen woning op grond van het bovenstaande onder de eigenwoningregeling van box 1 valt, speelt de waarde van uw eigen woning een belangrijke rol. U kunt deze waarde ontlenen aan de waarde die staat vermeld op de WOZ-beschikking die u jaarlijks van uw gemeente ontvangt via het aanslagbiljet onroerendezaakbelasting. U gebruikt deze waarde als eigenwoningwaarde bij het vaststellen van het eigenwoningforfait (zie 2.5 hierna).