2.1 De beginselen van behoorlijk bestuur
bescherming
informatie
De spelregels waaraan de Belastingdienst zich moet houden zijn afgeleid van de zogenoemde beginselen van behoorlijk bestuur. Deze bieden uw bv bescherming tegen onbehoorlijk gedrag van de overheid, waaronder de Belastingdienst. De fiscus mag niet zomaar allerlei informatie van u opvragen. In een beroepsprocedure kan de belastingrechter concreet toetsen of de inspecteur zijn bevoegdheid bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid heeft uitgeoefend. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin de Belastingdienst u in een brief vraagt om een enorme hoeveelheid schriftelijke informatie uit uw administratie te halen en aan hem toe te sturen, terwijl de inspecteur de informatie ook via een bezoekje aan uw onderneming kan inzien. In dat geval kan de rechter aangeven dat het handelen van de Belastingdienst of de inspecteur in strijd is met het zorgvuldigheidsbeginsel.
U bent verplicht de ambtenaar inzage te geven in de opzet en werking van uw administratie, zodat de controle binnen een redelijke termijn kan gebeuren.
Beginselen
motiverings-beginsel
repareren
Het belangrijkste beginsel is het rechtszekerheidsbeginsel. Dit houdt in dat de fiscus alleen belastingen mag heffen op basis van wetten die zijn vastgesteld door de Eerste en Tweede Kamer. Andere beginselen waar de Belastingdienst zich aan moet houden, zijn onder meer:
- Het motiveringsbeginsel: de fiscus moet zijn beslissingen goed motiveren, bijvoorbeeld bij het opleggen van een correctie en het afhandelen van bezwaarschriften. Bij een bedrijfsbezoek en bij een boekenonderzoek moet een rapport worden opgemaakt, waarvan u het openbare deel krijgt toegezonden. De belastingrechter kan een onvoldoende gemotiveerd bezwaar terugverwijzen naar de Belastingdienst voor een nieuwe uitspraak. De rechter kan de beslissing van de Belastingdienst uit praktische overwegingen ook zelf ‘repareren’, door deze te voorzien van een motivering.
- Het proportionaliteitsbeginsel: het middel dat de Belastingdienst gebruikt, moet in verhouding staan tot het doel dat hij wil bereiken. Deze regel voorkomt machtsmisbruik door de controleambtenaar.
Het vertrouwensbeginsel
rechtspositie
individueel geval
wetsbepaling
In sommige situaties mag u op de informatie van de Belastingdienst vertrouwen. Voor uw rechtspositie maakt het uit of u zich baseert op een mededeling, zoals informatie van de Belastingtelefoon, en een (vaak meer op de specifieke situatie toegespitste) toezegging. Aan inlichtingen is de Belastingdienst minder snel gebonden dan aan toezeggingen. Een toezegging is een door de Belastingdienst ingenomen en kenbaar gemaakt standpunt. Dit standpunt geldt vaak in een individueel geval, waarbij alle bijzondere omstandigheden voor dat specifieke geval zijn meegenomen. De Belastingdienst is gebonden aan een toezegging, tenzij:
- de gegevens die u heeft verstrekt niet juist en volledig zijn;
- of de toezegging zo duidelijk in strijd is met een juiste wetstoepassing, dat u in alle redelijkheid niet mag verlangen dat de Belastingdienst de toezegging nakomt.
Vaststellingsovereenkomst
vertrouwen
Bij onzekerheid over de uitleg van een regeling, kunt u de Belastingdienst verzoeken om een vaststellingsovereenkomst met u te sluiten. Aan een dergelijke vaststellingsovereenkomst kunt u vertrouwen ontlenen, tenzij u onjuiste informatie heeft verstrekt of de vaststellingsovereenkomst overduidelijk in strijd is met wettelijke regelingen.