4.2 Verantwoordelijkheid en taken

De kosten zijn niet het enige dat meespeelt bij het maken van een keuze voor eigenrisicodragerschap. De werkgever heeft dan ook te maken met een aantal verantwoordelijheden en taken, die vervolgens bij u als arboprofessional komen te liggen. Deze zijn overigens anders dan de verantwoordelijkheden en taken die horen bij het eigenrisicodragerschap voor de ZW, die uitgebreid aan bod komen in hoofdstuk 3.

4.2.1 UWV is uitvoerder

eigenrisicodrager

UWV bepaalt of de (ex-)werknemer recht heeft op een WGA-uitkering, op welke soort uitkering, voor welke periode en hoe hoog de uitkering is. Daarmee blijft UWV, zelfs als uw werkgever eigenrisicodrager is, de uitvoerder van de WGA. De bijbehorende kosten komen echter voor rekening van de werkgever. De werkgever betaalt de uitkering en kan daarbij kiezen om dit direct aan de (ex-)werknemer te betalen of aan UWV, die de uitkering vervolgens uitbetaalt aan de (ex-)werknemer (zie paragraaf 4.2.2).

Onafhankelijk

verdien­capaciteit

bezwaar

Omdat de WGA onderdeel is van de WIA, is het logisch dat UWV uitvoerder blijft van de WGA. Het is namelijk een taak van artsen en arbeidsdeskundigen om de arbeidsongeschiktheid en verdiencapaciteit te bepalen. Bovendien is het van belang voor de (ex-)werknemer dat deze door een onafhankelijke partij worden vastgesteld en niet door de eigen werkgever. De werkgever heeft er immers belang bij dat er geen of een zo laag mogelijke WGA-uitkering wordt vastgesteld. Als u het niet eens bent met de beslissing van UWV, kunt u bezwaar maken. De werknemer kan dit ook doen. Een herziening van UWV kan dan leiden tot een lagere WGA-uitkering, een IVA-uitkering of helemaal geen uitkering. Dat kan een flink financieel verschil maken.

4.2.2 Uitkering en premie betalen

terugbetalen

administratie

vervolg­uitkering

Ook al is de werkgever eigenrisicodrager voor de WGA, in principe betaalt UWV wel gewoon de WGA-uitkeringen uit. Uw werkgever moet het betreffende bedrag dan terugbetalen aan UWV. Op verzoek is het mogelijk om de WGA-uitkering zelf aan de medewerkers te betalen en de daarbij behorende administratie te voeren. In dat geval kunt u bepaalde kosten bij UWV declareren. Dit geldt als de medewerker een loonaanvullingsuitkering krijgt. In dat geval betaalt de werkgever slechts het deel ter hoogte van de vervolguitkering. Anders zou de werkgever er baat bij hebben als de medewerker minder werkt. Dat is niet de bedoeling.

Bestaande uitkeringen

flexwerkers

Is de werkgever sinds 1 januari 2017 eigenrisicodrager geworden, dan komen alleen de WGA-uitkeringen van flexwerkers die sindsdien ziek worden voor zijn rekening. Uitkeringen van flexwerkers die vóór 2017 ziek werden en vervolgens een WGA-uitkering ontvingen, zijn namelijk bij UWV achtergebleven. Dit geldt niet als de werkgever al eigenrisicodrager was vóór 1 januari 2017.

WGA-premie verhalen

dekking

fictief premiepercentage

premieloon

De werkgever mag 50% van de WGA-lasten verhalen op het nettoloon van de medewerkers. Dit is 50% van de verzekeringspremie van uw private verzekeraar. Let op dat als de verzekering ook andere risico’s dekt, de werkgever na moet gaan welk deel bedoeld is voor het WGA-risico. Als de werkgever geen verzekering heeft afgesloten voor het WGA-risico, maar het zelf draagt, kan hij 50% van een zogenoemd fictief premiepercentage verhalen. Dat percentage bepaalt u op twee manieren:

• Maak een schatting van de WGA-uitkeringen voor werknemers met een vast dienstverband in 2017 en deel dat door het verwachte premieloon van 2017.
• Deel de uitbetaalde WGA-uitkeringen in 2016 aan (ex)-werknemers met een vast dienstverband door het premieloon van 2016.

grootte ­organisatie

Voor het fictieve premiepercentage geldt een maximum. Die is afhankelijk van de grootte van de organisatie:

• Kleine werkgevers (loonsom kleiner dan € 322.000) gebruiken anderhalf maal de sectorpremie als maximum.
• Middelgrote werkgevers en grote werkgevers gebruiken anderhalf maal de individueel gedifferentieerd premie die ze anders aan UWV zouden betalen.

4.2.3 Kosten re-integratie

scholing

De werkgever is als eigenrisicodrager maximaal tien jaar lang verantwoordelijk voor de re-integratie van de (ex-)medewerker. Dit betekent dat hij ook opdraait voor de bijbehorende kosten. Bij (begeleiding van) de re-integratie kunt u denken aan het aanbieden van scholing en sollicitatietrainingen. Sommige kosten worden echter vergoed door UWV, zoals de kosten voor aanpassing van de werkplek.

Afspraken vastleggen

doelen

Op het moment dat er sprake is van re-integratie tijdens de WGA-periode, is het belangrijk hierover afspraken te maken en deze vast te leggen. Denk aan wat u beiden precies gaat doen en wat het doel is van de re-integratie. Leg bijvoorbeeld vast dat:

• de werknemer stapsgewijs meer uren gaat werken;
• de werknemer ander werk gaat doen binnen de organisatie;
• de werknemer bij een andere werkgever werk gaat zoeken als er binnen de eigen organisatie geen plek is.

sanctie

Vervolgens is het van belang dat u allebei de afspraken nakomt en welke consequenties er zijn als dit niet gebeurt. Weigert de (ex-)werknemer zich in te zetten voor zijn re-integratie, ondanks herhaaldelijke waarschuwingen, dan kunt u een maatregel (sanctie) opleggen. Bij eigen risico dragen voor de WGA moet u dit zelf doen. Een maatregel is bijvoorbeeld het korten op of schorten van de uitkering voor maximaal acht weken.

Bestuursorgaan

voorwaarden

Een maatregel opleggen mag alleen als de eigenrisicodrager voor de WGA een bestuursorgaan is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Hiervoor moet de werkgever aan bepaalde voorwaarden voldoen:

• Een objectieve functionaris moet de maatregel opleggen.
• De werkgever moet een goede klachtenprocedure en onafhankelijke bezwaar- en beroepsprocedure opzetten.
• De werkgever moet de (ex-)medewerker desgewenst inzage geven in de stukken die betrekking hebben op de maatregel.

klachten

bezwaar­procedure

De klachtenprocedure biedt de medewerker gelegenheid om klachten over de procedure in te dienen. De bezwaarprocedure is bedoeld voor bezwaar tegen inhoudelijke beslissingen. Is de medewerker het niet eens met de uitkomst van de bezwaarprocedure, dan kan hij in beroep gaan. Tijdens de bezwaarprocedure moet u in elk geval vastleggen:

• dat u het bezwaar van de medewerker in behandeling neemt en hoe u dit doet;
• dat de medewerker wordt gehoord en hoe dat gebeurt;
• hoe een beslissing wordt genomen over het bezwaar en binnen welke termijn dat gebeurt.

U mag deze taken uitbesteden.

Deskundigenoordeel

second o­pinion

ontslag

Als de re-integratie vastloopt, kunt u de hulp inschakelen van een re-integratiebedrijf of bemiddelaar. Als dit niets uithaalt, kunt u bij UWV een deskundigenoordeel (second opinion) aanvragen. Dit kost eenmalig € 400. Als de medewerker dit aanvraagt, betaalt hij € 100. Soms is een deskundigenoordeel kosteloos. Bijvoorbeeld bij:

• ontslag wegens veelvuldig ziekteverzuim; of
• ontslag wegens het niet meewerken aan zijn re-integratie.

In dat geval moet de werkgever naar de kantonrechter en verplicht een deskundigenoordeel van UWV te overleggen.

4.2.4 Administratie voeren

WGA-uitkering

De rol van de werkgever is beperkter bij eigenrisicodragerschap voor de WGA dan voor de ZW. Daarom zijn de administratieve lasten ook beperkter. De werkgever is alleen verantwoordelijk voor bekostiging van de WGA-uitkering. Die uitkering, en eventuele aanvullingen daarop, moet de werkgever in de loonaangifte verwerken. Daarvoor moet hij in de aangifte loonheffingen de voor hem geldende premiepercentages gebruiken. Als er een maatregel is opgelegd, moet dit ook in de administratie worden opgenomen.