U bent hier

7.3 Coachen op leefstijl – gedragsverandering

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: juli 2022

In hoofdstuk 1 kon u lezen over de zes leefstijlgebieden: welbevinden, voeding, beweging, slaap, zinvolle relaties en energie- en stressmanagement. De fundering energiemanagement en daarop volgend stressmanagement vragen om nadere toelichting.

7.3.1 Energiemanagement

brandstof

Het lichaam is in staat om zelf energie op te wekken. Als een mens het batterijtje niet regelmatig oplaadt, zullen lichaam en brein signalen afgeven. Vermoeidheidsklachten hebben direct invloed op ons functioneren. Moeite met concentreren, sneller afgeleid zijn, trek, minder wilskracht en motivatie, en sneller geïrriteerd. Een mens krijgt onder andere energie binnen door eten. Raakt de mens fysiek of mentaal vermoeid of krijgt hij te veel prikkels, dan vraagt het brein om brandstof. Een negatieve cirkel van spanningen, reacties en weer nieuwe spanningen creëert energieverlies. Het lichaam en brein krijgen geen rust en blijven uit balans.

soorten ­vermoeidheid

Is een mens gespannen, vermoeid of heeft hij te veel energielekken, dan heeft het lichaam bijna drie keer zoveel tijd nodig om op te laden. Er is dan meer hersteltijd nodig.

onbewust

Er zijn verschillende soorten vermoeidheid: vermoeidheid in de ochtend die voor opstartproblemen zorgt, intermitterende vermoeidheid, waarbij een mens na een paar actieve uren is uitgeput, middagmoeheid en chronische vermoeidheid. Energiegevers en energienemers zijn vrij makkelijk te herkennen, maar dat geldt vaak niet voor energielekken. Daarbij vloeit er deels onbewust energie weg.

De metafoor van de smartphone geeft duidelijk weer hoe energielekken werken: hoe meer er op de achtergrond speelt, des te sneller een batterij leeg is.

Om de energielekken boven water te krijgen, zijn de stressoren – zowel positief als negatief – van belang. Met de termen werkdruk en werklast, draagkracht en draaglast kunt u als arboprofessional inzicht creëren bij de werknemers.

Werkdruk versus werklast

positief werken

Het zijn niet altijd de omstandigheden, het gaat om de beleving van werkdruk. Ervaart de werknemer werkdruk, dan kunnen meer factoren meespelen. Een gezonde werkdruk kan positief werken. Werklast wordt ervaren als te veel druk. Werknemers halen geen plezier meer uit het werk, staan in de overlevingsmodus en vallen uit. Het ziekteverzuim stijgt hierdoor en de onvrede op de werkvloer neemt toe.

Draagkracht versus draaglast

kwijtraken

Heeft de werknemer voldoende draagkracht, richt u dan op de last. Is de draagkracht afgenomen, dan heeft het weinig zin om te richten op de last, omdat daar mogelijk niet veel is veranderd. Als de omstandigheden meer vragen dan de werknemer aankan, verliest deze het overzicht en is hij de greep op de situatie aan het kwijtraken. Dit creëert onrust, extra stressoren, energielekken en negatieve gedachten en gevoelens. Daardoor wordt de (ervaren) druk groter.

7.3.2 Stressmanagement

negatieve ­invloed

De mens heeft een zekere mate van stress nodig om goed te functioneren. Denk aan concentratie, focus en aandacht. Positieve stress werkt stimulerend, negatieve stress is ondermijnend en ongezond. Chronische stress heeft een negatieve invloed op hoe de werknemer zich voelt. De spieren spannen zich constant aan, vermoeidheidsklachten liggen op de loer, concentreren is moeilijk en hoofdpijn is een veelgehoorde klacht. Negatieve stress geeft negatieve gedachten die voortkomen uit angst voor verlies aan controle.

stressreacties

Leg een gestresste werknemer uit hoe stress werkt. Het begrijpen is de eerste stap naar de oplossing. Er is een beginstressor die zorgen oproept en deze zorgen creëren weer nieuwe stressoren. Stressreacties volgen elkaar snel op. Er is geen hersteltijd. Naarmate de mens meer uitgeput raakt, wordt hij vatbaarder voor negatieve stress. Als de beginstressor voorbij is, lijkt de periode van stress voorbij. Maar de nieuwe stressoren worden niet als zodanig herkend en deze bijbehorende klachten gaan een eigen leven leiden.

Stressregulatie

passief ­reageren

ombuigen ­gedachten

Als de werknemer voelt dat hij controle heeft over de situatie waarin hij zit, is het makkelijker om stress en emoties onder controle te houden. Bij stress op de werkvloer komen passief en agressief reageren veel voor. Passief reageren is iets niet uiten, de schijn ophouden. Dit is een energielek en geeft kans op escalaties, zoals woede-uitbarstingen (agressief reageren). Conflicten gaan gepaard met stress. (Onderdrukte) woede, angst, afkeer, teleurstelling, schaamte, schuld of spijt geven een emotionele reactie. De primaire emotie wordt aangesproken. De werknemer koppelt daar eigen gevoelens aan en deze kunnen een heftige stressreactie geven, die leidt tot lichamelijke en psychische klachten.

Bij conflicthantering is het ombuigen van (beperkende) gedachten een praktische tool. Deze gedachten dwalen af naar gedrag en gevoelens waar de werknemer niets mee kan. Negatieve gedachten groeien sneller en volgen elkaar in rap tempo op. Let wel, het brein gaat altijd voor gemak: het verbruikt weinig energie, waardoor een werknemer steeds terugvalt in oude en vaste patronen. Gedragsverandering en omgaan met stress kost dus in eerste instantie extra energie.