6.1 NEN-norm kantoorinrichting (NEN 1824)

berekenen

Als je met werkplekken of de inrichting van kantoorruimtes aan de slag gaat, is de minimale wettelijke ruimte per werkplek een onvermijdelijk item. Om deze te kunnen berekenen, kun je de NEN-norm voor de kantooromgeving raadplegen: NEN 1824. Je vindt er de ergonomische eisen voor de oppervlakte van (werkplekken in) administratieve ruimtes en kantoren. In NEN 1824 kun je de definitie vinden van een kantoorwerkplek, welke ruimtes onder een werkplek vallen en welke ruimtes in een kantoorvertrek niet.

Vergaderruimtes

grens

Ook vind je in NEN-norm 1824 de definities van vergader- en overlegruimtes. Hierbij is de grens getrokken bij zes deelnemers. Als in een ruimte meer dan zes mensen kunnen overleggen, geldt deze als een vergaderruimte waarvoor de regel luidt: minimaal 2 m2 per persoon.

Bewegings- en circulatieruimte

loopruimte

Daarnaast bevat de NEN-norm een definitie van de zogenoemde circulatieruimte. Dit is de loopruimte in een kantoorvertrek om de werkplek met meubilair en benodigde apparatuur te kunnen bereiken. In de herziene NEN 1824-norm is duidelijk een onderverdeling gemaakt tussen bewegings- en circulatieruimte. Voor de bewegingsruimte waar elke werknemer recht op heeft, kun je kijken naar het aantal werkplekken, het aantal kasten en de plaatsing hiervan.

Oppervlakte

optelsom

Hoe je de werkplek- en werkruimteoppervlakte berekent, staat ook in NEN-norm 1824. Dit hangt namelijk af van vele factoren. Voor de ruimte voor iedere kantoorwerkplek die meer dan twee uur per dag door één of meer werknemers wordt gebruikt, is dit een optelsom van onderdelen die op de werkplek aanwezig zijn. De basiswerkplek- en werkruimteoppervlakte bedraagt 4 m2 (inclusief de ruimte voor een bureaustoel, bewegings- en circulatieruimte). Maken werknemers gebruik van een beeldscherm, dan komt er hiervoor nog 1 m2 bij.