U bent hier

2.1 Gevolgen werknemer

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: november 2024

ingrijpend

impact

verlies

ziektejaar

Een beroepsziekte is in de eerste plaats heel ingrijpend voor de betrokken medewerker. Hij ondervindt hiervan immers lichamelijke of psychische gevolgen, of beide, wat een grote impact kan hebben op zijn leven. Een beroepsziekte brengt meestal ook financiële gevolgen met zich mee. Door langdurige ziekte kan het inkomen van een werknemer namelijk fors dalen. Soms proberen werknemers dit verlies te compenseren door de werkgever aansprakelijk te stellen voor de ziekte. Hierover leest u meer in hoofdstuk 8 van dit dossier.

Beroepsziekten raken slachtoffer twee keer

Een werknemer die door zijn werk een lichamelijke aandoening oploopt, krijgt hiervan in mentaal opzicht een behoorlijke knauw. Niet alleen is zijn vertrouwen aangetast – je verwacht immers dat je werkplek veilig is en dat je niet ziek wordt van je werk – maar ook is iemand zijn bestaanszekerheid kwijt. Een beroep uitoefenen is een deel van de identiteit van een persoon. Iemand heeft er misschien wel jaren over gedaan om goed te worden in zijn vak. Dit ineens niet meer kunnen uitoefenen, heeft grote impact op iemands zelfbeeld en eigenwaarde. Zorg daarom voor een intensieve begeleiding bij beroepsziekten, juist ook op mentaal vlak.

2.1.1 Gezondheid

hinderlijk

allergie

Een beroepsziekte heeft altijd invloed op de gezondheid van een medewerker, in elk geval op de korte termijn. Lichamelijke klachten zijn immers altijd hinderlijk, ook als ze kortdurend en relatief mild zijn, zoals bij een allergische aandoening. Een beroepsziekte kan ertoe leiden dat een medewerker zijn beroep niet goed meer kan uitoefenen. Denk aan een chirurg met een hevige allergie voor latex, of een bakker met ernstige astma.

schildersziekte

Bij een beroepsziekte is over het algemeen vaak sprake van blijvende gezondheidsschade, bijvoorbeeld bij schildersziekte of lawaaidoofheid. Ook bij RSI/KANS gaan de klachten in sommige gevallen nooit meer over.

2.1.2 Arbeidsongeschikt

tijdelijk

WIA-uitkering

In bepaalde gevallen kan een beroepsziekte leiden tot arbeidsongeschiktheid. Dit kan zowel tijdelijk als blijvend zijn, en zowel gedeeltelijk als volledig. Als een medewerker door het oplopen van een beroepsziekte zodanig arbeidsongeschikt raakt dat hij slechts gedeeltelijk of helemaal niet meer kan werken, komt hij onder voorwaarden in aanmerking voor een WIA-uitkering (Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen).

Passend werk

Voor werknemers die door een beroepsziekte hun eigen werk (tijdelijk) niet meer, of niet meer volledig kunnen doen, zal uw werkgever passend werk moeten vinden. Maar wat is dat precies? Dat hangt van de omstandigheden af. Is het bijvoorbeeld waarschijnlijk dat een werknemer op termijn weer terugkeert in de oude functie, dan zal passende arbeid zo veel mogelijk op dit niveau moeten zijn. Is dat niet meer mogelijk, dan moet de werkgever breder kijken. Wel moet hij altijd zoeken naar werk dat in redelijkheid kan worden gevraagd van een werknemer.

Bij passend werk moet de werkgever rekening houden met het arbeidsverleden, het arbeidspatroon (bijvoorbeeld niet van dag- naar ploegendienst), de opleiding, de beperkingen en het salaris. Dit heet de ‘billijkheidsregel’. Deze regel geldt ook voor de werknemer.

2.1.3 Overlijden

kanker

arbeidsongeval

In bepaalde situaties kan een medewerker zelfs overlijden aan een beroepsziekte. Als dit gebeurt, is meestal kanker de oorzaak. Maar het komt ook voor dat werknemers overlijden aan bijvoorbeeld een ernstige infectie die zij als gevolg van hun werk hebben opgelopen, of als ze als gevolg van een beroepsziekte een arbeidsongeval krijgen. Er zijn weinig cijfers over sterfgevallen door beroepsziekten, onder meer omdat het verband tussen werk en de ziekte niet altijd is vastgesteld.

Sterfte door beroepsziekten is schatting

Naar schatting overlijden jaarlijks zo’n 4.000 werknemers aan de gevolgen van een beroepsziekte. Dat becijfert het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) op basis van de doodsoorzakenstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2022 ging het om 790 werkenden en 3.230 mensen in de gepensioneerde beroepsbevolking. Kanker was de belangrijkste overlijdensoorzaak (2.390), gevolgd door hart- en vaatziekten (1.040) en aandoeningen van de ademhalingswegen (520). Er stierven meer mannen (3.180) dan vrouwen (840) aan een beroepsziekte. De sterfte door een beroepsziekte is een schatting, omdat vaak moeilijk is vast te stellen of een arbeidsrisico heeft geleid tot sterfte, zeker als het slachtoffer al jaren niet meer werkt.

2.1.4 Financiële gevolgen

inkomens­verlies

Een medewerker die een beroepsziekte oploopt, kan zowel op korte als op lange termijn te maken krijgen met inkomensverlies. De gevolgen hiervan kunnen voor een zieke medewerker zeer ingrijpend zijn, bijvoorbeeld als hij door het inkomensverlies niet meer in staat is om de huur of hypotheek te betalen en gedwongen wordt te verhuizen.

Korte termijn

wachtdagen

Als het gaat om de korte termijn is uw werkgever verplicht om het loon van een zieke medewerker gewoon door te betalen. Maar omdat het in principe is toegestaan om tijdens ziekte minder dan 100% van het salaris uit te betalen, loopt de werknemer wel degelijk risico op een lager inkomen gedurende de eerste twee ziektejaren. Daarnaast kunnen organisaties werken met wachtdagen, waarbij een zieke medewerker op de eerste dag of de eerste twee dagen van zijn ziekte geen loon krijgt.

Loondoorbetaling

minimumloon

Uw organisatie is op grond van de Wet verlenging loondoorbetalingsverplichting bij ziekte verplicht om het loon van een zieke medewerker gedurende twee jaar (104 weken) door te betalen. Hierbij geldt dat een werkgever minimaal 70% van het salaris moet doorbetalen, waarbij de medewerker in het eerste jaar minimaal het wettelijk minimumloon moet ontvangen. In het tweede jaar is het eventueel wel toegestaan om minder dan het minimumloon uit te keren. Maar de werkgever moet zich dan nog wel aan de grens van 70% houden.

Verzekerd voor arbeidsongeschiktheid

uitkering

kosten

Werknemers in loondienst zijn via de werkgever verzekerd voor arbeidsongeschiktheid. Zij hebben bij ziekte recht op een uitkering. Een werknemer kan besluiten om daarnaast zelf een verzekering af te sluiten voor mogelijke arbeidsongeschiktheid. Hiermee verzekert hij zichzelf tegen inkomensverlies bij gedeeltelijke of volledige arbeidsongeschiktheid. De kosten voor zo’n verzekering hangen af van het beroep, de leeftijd, de hoogte van het te verzekeren bedrag en het eigen risico en de duur van de uitkering. Een 60-jarige bouwvakker zal waarschijnlijk niet zo gemakkelijk geaccepteerd worden voor een verzekering.

Redelijk

cao

bepaling

Het is de vraag of het redelijk is om een medewerker die juist door zijn werk ziek is geworden, gedurende één of meer dagen geen salaris uit te betalen (wachtdagen). Hetzelfde geldt voor het uitbetalen van minder dan 100% van het salaris. Uw werkgever zou in dergelijke gevallen kunnen besluiten om het loon volledig door te betalen. In sommige cao’s zijn hierover concrete afspraken gemaakt, bijvoorbeeld door een bepaling op te nemen waarin staat dat het loon niet verlaagd wordt als de ziekte van de werknemer door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten is aangemerkt als een beroepsziekte (beroepsziekten.nl).

Houd er rekening mee dat het niet altijd meteen duidelijk is dat een zieke medewerker een beroepsziekte heeft. In extreme gevallen wordt dit zelfs pas na jaren duidelijk.

Cao

percentage

Valt uw organisatie onder een cao, dan is de kans groot dat hierin staat op welk percentage van hun loon werknemers recht hebben als zij ziek zijn. In verreweg de meeste cao’s staat een percentage dat – met name in het eerste ziektejaar – hoger is dan 70%. Een cao-afspraak die in de praktijk regelmatig voorkomt, is dat een zieke werknemer in het eerste jaar 100% van zijn salaris ontvangt en in het tweede ziektejaar 70%.

Kosten behandelingen

medicijnen

Naast inkomensverlies kan een medewerker als gevolg van een beroepsziekte ook voor andere aanvullende kosten komen te staan. Denk hierbij aan de kosten van bepaalde medicijnen of medische behandelingen die niet volledig worden gedekt door de (aanvullende) zorgverzekering. Ook is het soms nodig om aanpassingen door te voeren in het huis van de medewerker, bijvoorbeeld doordat hij niet meer zelfstandig kan traplopen. Hieraan zijn uiteraard kosten verbonden. Als zo’n situatie zich voordoet, kan het gebeuren dat de medewerker probeert om deze kosten te verhalen op uw organisatie. In hoofdstuk 8 leest u hier meer over.

WIA-uitkering

WGA

loon­gerelateerd

IVA-uitkering

Raakt een medewerker zodanig arbeidsongeschikt dat hij slechts gedeeltelijk of helemaal niet meer kan werken, dan komt hij onder voorwaarden in aanmerking voor een WIA-uitkering. Deze regeling valt uiteen in een WGA-uitkering en een IVA-uitkering.

  • Op grond van de regeling WGA (Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten) krijgen werknemers een uitkering als ze tussen de 35% en 80% arbeidsongeschikt zijn. Meestal krijgen ze eerst een loongerelateerde uitkering. Het uitgangspunt hiervan is dat de arbeidsongeschiktheid niet blijvend is, en ook niet volledig. Daarna volgt een vervolguitkering of een loonaanvulling, afhankelijk van wat UWV zegt dat de werknemer redelijkerwijs nog kan verdienen.
  • Is een werknemer meer dan 80% arbeidsongeschikt, dan krijgt hij een IVA-uitkering. Dit is in feite een inkomen tot aan de AOW-leeftijd, maar wel maar een gedeelte (in principe 75%) van het laatstverdiende loon. Een werknemer die recht heeft op deze uitkering hoeft niet meer te solliciteren.

Als na constatering van een beroepsziekte al snel blijkt dat de werknemer niet in zijn oude beroep kan terugkeren, kan hij vervroegd recht hebben op een IVA-uitkering. Werkgever en werknemer kunnen in dat geval samen een aanvraag indienen.