2.1 Principeovereenkomst
wenselijk en mogelijk
aansluiting
De eerste stap in de creatie van een arbocatalogus is een principeovereenkomst. Vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers komen samen om te bepalen of het opstellen van een sectorcatalogus wenselijk en mogelijk is. De achterliggende gedachte bij een arbocatalogus is natuurlijk dat bedrijven binnen een bepaalde branche kampen met ongeveer dezelfde problemen. Als dit inderdaad het geval is, ligt het voor de hand dat ook oplossingen ongeveer dezelfde vorm aannemen. Maar dat is in principe allemaal theorie: werkgevers en werknemers moeten zulke voordelen in de praktijk ook werkelijk (willen) zien. De sociale partners kunnen bij hun zoektocht naar overeenkomsten en gemeenschappelijke belangen aansluiting zoeken bij structuren en documenten die er al zijn, zoals de cao’s en branche-afspraken.
Brancheoverstijgend
Soms kan het voor de sociale partners zinvol zijn een brancheoverstijgende catalogus op te stellen. Sommige arboproblemen komen immers in meer dan één branche voor. Hierbij kunt u denken aan RSI/KANS, tilproblemen en psychosociale arbeidsbelasting (werkdruk, agressie/geweld, pesten en seksuele intimidatie). Een arbocatalogus die op deze onderwerpen ingaat, is vaak niet alleen bruikbaar binnen de eigen branche, maar ook voor andere sectoren. Een andere mogelijkheid is het gebruiken en op maat maken van onderdelen ervan voor diverse branches. Verder moeten de sociale partners vaststellen welke onderwerpen de arbocatalogus behandelt en hoe de catalogus tot stand zal komen.
2.1.2 Proces
aanpakken
De sociale partners bepalen het tijdplan. Hoe gaan ze het project aanpakken? Vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers moeten goede procesafspraken maken over onder meer:
- het samenstellen van een projectgroep en één of meer testpanels van eindgebruikers;
- een eerste inventarisatieronde;
- bespreking van de resultaten daarvan;
- het gezamenlijk vaststellen van de voornaamste brancherisico’s;
- het maken van een keuze uit bestaande oplossingen en beheersmaatregelen;
- het vaststellen van de doelen van de arbocatalogus; het vaststellen van de doelgroep(en) waar de inhoud van de arbocatalogus op wordt afgestemd;
- het kiezen van de publicatiewijze(n), bijvoorbeeld in de vorm van een gedrukt handboek of een internetsite;
- het (laten) vaststellen van een redactionele huisstijl;
- uitwerking van de beschikbare input tot concrete oplossingen en maatregelen;
- verwerking van het commentaar van de projectgroep;
- het voorleggen van de oplossingen en maatregelen aan de testpanels;
- verwerking van het commentaar van de testpanels;
- uitwerking van de definitieve tekst;
- publicatie, verspreiding en bekendmaking van de arbocatalogus.
Niet zinnig: bedrijfscatalogus
De meeste arbocatalogi worden opgesteld door een sector of branche. In principe kunt u voor uw organisatie ook een bedrijfscatalogus opstellen, maar erg zinnig is dit meestal niet. U kunt uw energie beter steken in een goede RI&E voor uw organisatie, want die is wel verplicht. Ook toetst Inspectie SZW bedrijfscatalogi niet, waardoor uw catalogus geen officiële status heeft. Dit beperkt natuurlijk sterk de gebruikswaarde ervan. Neem liever de oplossingen uit de branche- of sectorcatalogus over. Wat u doet als deze ontbreekt, vindt u in hoofdstuk 3.