U bent hier

5.3 Normen klimaat

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: september 2020

behaaglijk

Er zijn in elke organisaties wel werknemers die bij wijze van spreken hartje zomer nog met een sjaal om op de werkplek verschijnen. Of juist omgekeerd: werknemers die ook midden in de winter in een t-shirt zijn gekleed. Maar het is belangrijk dat het merendeel van de werknemers het behaaglijk heeft op de werkplek.

U streeft naar een zogeheten thermisch behaaglijk klimaat. Dat is een klimaat waarin werknemers geen behoefte hebben aan een hogere of lagere temperatuur. Zij klagen niet over warmte, kou, tocht, koude handen of voeten, verkoudheid of vermoeidheid.

streefniveau

zomer en winter

U kunt de richtlijnen uit onderstaande tabel aanhouden voor het klimaat in uw kantoor. In de tabel staan drie klassen. A staat voor een hoog streefniveau, B voor een gemiddeld en C voor een laag streefniveau. Natuurlijk wilt u het liefst in klasse A vallen, maar als dat niet haalbaar is en u valt in klasse C, voldoet u nog aan de minimumeisen in de Arbowet. Let op dat u niet onder klasse C komt!

Klasse A B C
Temperatuur (C°) Winter 21-23 20-24 19-25
Zomer 23,5-25,5 23-26 22-27
Tocht/luchtsnel­-
heid (m/s) Winter (22C°) 0,10 0,16 0,21
Zomer (24C°) 0,12 0,19 0,24

Belangrijk is dat u het verschil tussen zomer en winter in de gaten houdt. Een aanhoudende tocht kan in de warme zomer door werknemers als verfrissend worden ervaren, terwijl het in de winter als (te) koud aanvoelt. Ook zijn er een aantal andere zaken die u in het oog moet houden, want deze zorgen ervoor dat de werknemers op kantoor zich minder behaaglijk voelen:

  • buitentemperatuur;
  • zonnestralen (in de zomer) die door het raam naar binnen vallen of kou die door het glas doordringt (in de winter) hebben invloed op de temperatuur in uw kantoor;
  • binnentemperatuur;
  • snelle verandering van temperatuur op één plek;
  • groot verschil tussen temperatuur bij de voeten en bij het hoofd;
  • warmte die apparatuur kan uitstralen;
  • tocht.