5.3 Tocht
ongewenste luchtstroming
Bij tochthinder gaat het om een ongewenste luchtstroming. Als een werknemer bij warm weer een ventilator aanzet, is er sprake van een verhoogde luchtsnelheid. Het gaat hier dan om gewenste afkoeling van (een deel van) het lichaam. Dit is daarom geen tocht, maar een aangenaam ‘briesje’. Belangrijk hierbij is dat de werknemer direct controle heeft over de bron, zoals een ventilator of het te openen raam. Er zijn drie omgevingsfactoren die bepalen of werknemers een luchtstroom als tocht ervaren (zie ook tabel op pagina 41):
- De gemiddelde luchtsnelheid in de werkruimte.
- De turbulentie-intensiteit (mate waarin de werkelijke luchtsnelheid fluctueert rond het gemiddelde).
- De luchttemperatuur in de ruimte (hoe lager de luchttemperatuur, des te groter de kans op tochthinder bij een gelijkblijvende luchtsnelheid).
In bijzondere gevallen is ook het activiteitenniveau (met-waarde) van invloed op het tochtrisico: bij stilzitten leidt een bepaalde luchtsnelheid eerder tot klachten dan bij staande of lopende activiteit.
Beperken
zelfregelende roosters
Het risico op tochthinder is te beperken of te voorkomen met de volgende maatregelen:
- Maak gevels goed kierdicht.
- Voorzie bij voorkeur ramen van HR++-glas. Glas met een lagere U-waarde wordt aan de binnenzijde minder koud, en gaat koudeval tegen.
- Plaats een verwarmingselement onder ramen om de koudevalstroming te beperken. Zorg dat de verwarmde lucht goed kan opstijgen en niet is geblokkeerd door een brede vensterbank of bureau.
- Kies bij mechanische ventilatie voor inblaasroosters die zo min mogelijk voelbare luchtstroom veroorzaken, bijvoorbeeld wervelroosters. Deze roosters mengen de koudere ventilatielucht goed met de warmere ruimtelucht, voordat die de gebruiker bereikt.
- Kies bij natuurlijke ventilatie via gevelroosters voor zogenoemde zelfregelende en op de winddruk reagerende roosters.
- Plaats bureaus of werkplekken tenminste een halve meter van het raam vandaan.
- Geef de radiator voldoende vrije ruimte om de verwarmde lucht goed te laten verspreiden.