2.1 Arbowet
werkgever en werknemer
wijziging
Het uitgangspunt van de Arbowet is dat de zorg voor arbeidsomstandigheden een verantwoordelijkheid is van werkgever en werknemer samen. De werkgever neemt – gezien zijn positie – het voortouw en zorgt voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers. Maar van werknemers wordt ook een actieve inbreng verwacht en ook zij moeten voldoen aan bepaalde verplichtingen. Een werknemer moet zorg dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en voor die van andere betrokken personen.
2.1.1 Scheiding publiek en privaat domein
handhaven
In 2007 was er een belangrijke wijziging in de Arbowet. Er is toen een duidelijke scheiding gemaakt tussen het publieke en het private domein. De Arbowet, het Arbobesluit en de Arboregeling behoren tot het publieke domein. Hierin staan heldere en concrete doelvoorschriften die het te bereiken beschermingsniveau van werknemers tijdens de arbeid beschrijven. De totstandkoming blijft de verantwoordelijkheid van de overheid. De Nederlandse Arbeidsinspectie handhaaft hierop.
Privaat
toetsen
In het private domein stellen werkgevers en werknemers met zogenoemde middelenvoorschriften de manieren vast om aan de doelvoorschriften te voldoen. Deze middelenvoorschriften zijn vastgelegd in een arbocatalogus. Op basis van de erkende stand van de techniek en de wetenschap zijn de middelenvoorschriften daarin beschreven. Voor veel sectoren is al een arbocatalogus opgesteld waaruit werkgevers en werknemers keuzes kunnen maken die toegespitst zijn op het verbeteren van de gezondheid en veiligheid in de eigen organisatie. De Arbeidsinspectie toetst de arbocatalogus aan de vereisten die zijn opgenomen in de Beleidsregel arbocatalogi 2019.
2.1.2 Algemene bepalingen
uitwerking
De Arbowet is een kaderwet. Dat houdt in dat deze geen regels bevat voor concrete risico’s: alleen algemene bepalingen over het arbobeleid zijn genoemd. De nadere uitwerking vindt plaats in het Arbobesluit en de Arboregeling.
Beleid
volgorde van maatregelen
Artikel 3 van de Arbowet is een belangrijk artikel. Hierin staat dat de werkgever beleid moet voeren dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden, rekening houdend met de stand van de wetenschap en professionele dienstverlening. Zowel het redelijkerwijsprincipe als de arbeidshygiënische strategie staan hierin genoemd.
Maatregelen
risico aan de bron
De arbeidshygiënische strategie geeft aan in welke volgorde de werkgever maatregelen moet treffen om de gevaren en risico’s voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemer te voorkomen:
Haalbaar
lager niveau
technisch niet uitvoerbaar
Het redelijkerwijsprincipe houdt in dat het streven naar optimale veilige en gezonde werkomstandigheden redelijkerwijs haalbaar moet zijn. Hierbij moet u rekening houden met de technische, organisatorische en financiële haalbaarheid. Een werkgever mag maatregelen van een lager niveau kiezen als hij dit goed onderbouwt en dit geen nadelige invloed heeft op de veiligheid en gezondheid van de werknemer. Die afweging geldt voor elk niveau opnieuw. Uitzondering hierop vormen risico’s van kankerverwekkende en mutagene stoffen. Een stap lager in de hiërarchie mag voor kankerverwekkende en mutagene stoffen alleen als een hogere maatregel technisch niet uitvoerbaar is. De werkgever mag ook geen economische oorzaken aanwenden voor deze twee groepen als reden voor een maatregel van lager niveau. Al bij de inrichting van werkplekken en functies moet de werkgever gevaren proberen te vermijden volgens de arbeidshygiënische strategie.