U bent hier

3.5 Voorraadadministratie

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: december 2023

voorraad-beheer

Veel ondernemingen bewaren hun producten in een opslagplaats of magazijn. Zeker in tijden van crisis wilt u zo min mogelijk kosten hiervoor maken. Daarom is voorraadbeheer van belang. Volgens de definitie uit richtlijn 220.105 van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) mag uw onderneming de volgende activa zien als voorraad:

  • de producten die uw onderneming verkoopt;
  • de producten die uw onderneming fabriceert;
  • de hulpstoffen die uw onderneming produceert.

Aandachtspunten

prioriteitenlijst

Het loont dus om aandacht te besteden aan de voorraadadministratie. Zorg in ieder geval voor een logische structuur, zodat uw onderneming precies weet hoeveel producten ze in huis heeft. Houd ook een prioriteitenlijst van producten bij die uw onderneming per se op voorraad wil hebben. Dit bereikt u alleen met een nauwkeurige en actuele administratie en als uw onderneming zakendoet met betrouwbare toeleveranciers.

Voorraad waarderen

prijs

herwaarderingsreserve

fifo-methode

lifo-methode

Als u heeft vastgesteld welke goederen – zowel juridisch als economisch – onder de voorraad vallen, dan moet u vervolgens onderzoeken hoe u de voorraad gaat waarderen. Volgens de wet mag dit tegen de prijs waartegen uw onderneming de goederen verkreeg of tegen de actuele waarde. Bij de laatste moet u waardevermeerderingen opnemen in een herwaarderingsreserve, vanwege het systeem van de historische kosten. Bij agrarische voorraden gaat uw onderneming uit van de actuele marktnotering. Waardeert u de voorraad tegen de prijs waartegen uw onderneming de goederen verkreeg, dan mag u de voorraad waarderen tegen:

  • de gemiddelde inkoopprijs;
  • de first-in-first-out-methode (fifo-methode), deze methode is gebaseerd op het uitgangspunt dat uw onderneming de goederen die ze als eerste heeft inkocht ook als eerst verkoopt;
  • de last-in-first-out-methode (lifo-methode), deze methode gaat ervan uit dat uw onderneming de goederen die ze het laatste heeft ingekocht, als eerste verkoopt. Er zijn twee soorten lifo-methoden:
    • individueel-lifo; deze variant beoordeelt per transactie welke producten als laatste zijn ingekocht;
    • collectief-lifo; deze variant neemt de gehele periode als uitgangspunt.

stelselwijziging

Deze methoden mag u toepassen bij goederen die onderling vergelijkbaar zijn. Het is niet mogelijk om voor verschillende productcategorieën een andere waardering te kiezen. Uw onderneming mag alleen een stelselwijziging doorvoeren als er gegronde redenen voor zijn. Het is geen eenvoudige klus om een stelselwijziging door te voeren.