U bent hier

Onderneming & Administratie
Budgetteren6. Liquiditeitsbegroting en investeringsbegroting6.3 Risico’s van investeringen

6.3 Risico’s van investeringen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: februari 2023

riskant

risico’s

Investeringen zijn riskanter voor de bedrijfsvoering dan uitgaven. Redenen hiervoor zijn dat het grote uitgaven betreft en de terugverdientijd ver in de toekomst ligt, en de inkomsten zelfs onzeker zijn. Een eenvoudig voorbeeld illustreert dat beide risico’s met verschillende middelen (namelijk een kostprijsberekening en een liquiditeitsbegroting) bekeken moeten worden en dat de conclusies kunnen verschillen.

Situatieschets

X bv overweegt een investering te doen in de verbouwing van een pand voor € 250.000. Er komt een nieuwe groothandelsafdeling. Deze grote uitgave moet in één keer betaald worden aan de aannemer, maar het bedrag mag in de jaarrekening in tien jaar worden afgeschreven. De verwachting is dat de verbouwing € 500.000 aan inkomsten per jaar oplevert en € 440.000 aan extra kosten veroorzaakt. De balans ziet er – voor de verbouwing – zo uit:

Vaste activa € 700.000 Eigen vermogen € 200.000
Banktegoed € 100.000 Langlopende lening € 600.000

terugverdienen

horde

De vraag is of de investering gedaan kan worden. Hiervoor moeten twee vragen beantwoord worden.

  • Zal de investering binnen een redelijke tijd terugverdiend worden? Hiervoor moet X bv de terugverdientijd berekenen. De investering kost eenmalig € 250.000 en genereert jaarlijks € 60.000 extra inkomsten 
(€ 500.000 -/- € 440.000). De jaarlijkse afschrijving telt u niet mee, want dat is geen uitgave. De terugverdientijd is (€ 250.000/€ 60.000=) 4,17 jaar, wat snel is.
  • Zijn er voldoende middelen beschikbaar om de uitgave te doen? Het banktegoed van het X bv blijkt slechts € 100.000 te zijn en dat is veel te weinig om deze hoge uitgave te kunnen doen. Als verhoging van de banklening niet mogelijk is, kan de verbouwing ondanks de winstgevendheid dus vooralsnog niet doorgaan.

Dit simpele voorbeeld laat zien dat men voor een investering twee hordes moet nemen. De terugverdientijd is meestal de laagste horde omdat de investering over een lange periode terugverdiend mag worden. De investering zelf is meestal een grote uitgave, waarvoor niet per se geld beschikbaar is.