1.4 Geslacht van woorden
persoonlijk voornaamwoord
Net als in het Duits, Frans en Italiaans hebben zelfstandige naamwoorden in het Nederlands een geslacht: ‘de’ is mannelijk of vrouwelijk, ‘het’ is onzijdig. Sommige woorden zijn zelfs mannelijk én vrouwelijk. Meestal doet het er niet toe welk geslacht een woord heeft, maar als u een persoonlijk voornaamwoord gebruikt om naar een woord te verwijzen, moet u het wel weten. Een persoonlijk voornaamwoord verwijst naar een persoon, een groep personen, voorwerpen of zelfs onzichtbare zaken. Het persoonlijk voornaamwoord vervangt in de zin het zelfstandig naamwoord: daar verwijst het naar.
Regels
- Bij een onzijdig woord gebruikt u altijd hij en hem: ‘Het bestuur is verontwaardigd over de beschuldiging aan zijn adres.’
- Heeft een zelfstandig naamwoord ‘de’ als lidwoord, dan kunt u het beste even opzoeken wat het geslacht van het woord is. Dit vindt u in een woordenboek, het Groene Boekje of via woordenlijst.org.
Vaak krijgen woorden een vrouwelijke verwijzing terwijl ze dat niet zijn. Vereniging, commissie, partij en instantie zijn vrouwelijk, maar politie, raad, dienst en bond zijn mannelijk. Als beide mogelijk zijn, kiezen Nederlanders vaak de mannelijke vorm en Vlamingen de vrouwelijke.