U bent hier

1.2 Samenstellingen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Office Rendement
Publicatiedatum: januari 2018

aan elkaar

In het Nederlands bestaan veel samenstellingen: combinaties van twee of meer woorden die samen een nieuw woord met een eigen betekenis vormen. Deze schrijft u altijd aan elkaar. Denk aan hogesnelheidstrein, dagaanbieding, audioverbinding, driegangenmenu, angstschreeuw, bloeddrukmeter, wegomlegging en rondetafelconferentie. Hiermee worden veel fouten gemaakt, waarschijnlijk vooral onder invloed van het Engels. Daar is het een press meeting, maar in het Nederlands is alleen persbijeenkomst correct.

Overbodige spaties

iets anders

Als u een samengesteld woord niet aan elkaar schrijft, kan het bovendien iets anders betekenen dan u bedoelt. Bij een gele truidrager is de drager geel, bij een geletruidrager de trui. Een lange afstandloper is een lange loper, een langeafstandloper is een loper die lange afstanden loopt. En is uw product goed gekeurd of goedgekeurd?

1.2.1 Woordgroep of samenstelling

combinatie

Om te weten wanneer u een spatie schrijft, moet u het verschil kennen tussen een samenstelling en een woordgroep. Dat laatste is slechts een combinatie van woorden die in een zin bij elkaar horen, maar los van elkaar worden geschreven. Zo kan iemand een bleek gezicht hebben (woordgroep), maar ook een bleekgezicht zijn (samenstelling). Er is verschil tussen een zwartboek en een zwart boek.

Spatie blijft

logica zoek

Als in een van de delen van de samenstelling oorspronkelijk wel een spatie stond, blijft die spatie in de samenstelling staan. Het is dus Comic Sansdag, Mart Smeetstrui. Matthijs van Nieuwkerkcoupe en Harry Potterreeks. Soms is de logica ook helemaal zoek. Witte kool schrijft u als twee woorden – dat is kennelijk een zelfstandig naamwoord met een bijvoeglijk naamwoord. Rodekool moet u echter als een samenstelling aan elkaar schrijven. Bij twijfel grijpt u gewoon weer naar het woordenboek.

Samenstellingen: houd ze leesbaar

Houd bij samenstellingen altijd de leesbaarheid in het oog. Samenstellingen kunnen tot misverstanden leiden als eind- en beginletters van de samengevoegde woorden niet-bedoelde combinaties vormen of moeilijk leesbaar zijn. Bij samengestelde woorden zoals popopera, jazzzangeres en tolkuren mag u altijd ter verduidelijking een koppelteken aanbrengen. Mart Smeets-trui met koppelteken is dus ook prima.

Lange samenstellingen

lastig te lezen

Samenstellingen kunnen best lang worden, maar dan moet u ze nog steeds aan elkaar schrijven. U schrijft dus onbeperktbellenabonnement, wegwerkzaamhedenpagina, koningsdagdienstregeling, socialemediacode en lidmaatschapsaanvraagformulier.

Omdat deze woorden lastig te lezen zijn, voegen veel mensen een spatie in. Maar dat is niet correct! In zo’n geval is het beter om ze op een andere manier te noteren. Een ‘code voor sociale media’ en de ‘dienstregeling die geldt op Koningsdag’ zijn foutloos én duidelijk.

Klinkerbotsing

meer dan één klank

Twee klinkers achter elkaar in een samenstelling geeft lang niet altijd problemen. Als de klinkers samen maar dezelfde klank behouden. Voor samenstellingen die meer dan één klank kunnen opleveren, gebruikt u een streepje. Van bijvoorbeeld autoexpert maakt u auto-expert, galaavond wordt gala-avond en fotoonderschrift wordt foto-onderschrift. Als er drie (of meer) klinkers achter elkaar staan, moet u altijd een koppelteken toevoegen: macho-uiterlijk, tosti-ijzer, cadeau-idee, radio-uitzending.

1.2.2 Wel een koppelteken

Soms staat buiten kijf dat u een koppelteken moet gebruiken. Dit gebeurt in de volgende gevallen:

  • als beide delen van de samenstelling gelijkwaardig zijn en in feite verwisselbaar (woon-werkverkeer, zwart-wit);
  • in meerdelige aardrijkskundige namen (Baarle-Hertog, Hendrik-Ido-Ambacht, St.-Job-in-’t-Goor);
  • vóór een hoofdletter (pro-Westers, anti-Israëlisch);
  • bij aardrijkskundige namen die beginnen met iets wat een specificering genoemd kan worden (Neder-Betuwe, Zuid-Japan, Latijns-Amerika);
  • voor of achter een afkorting of enkele letter, cijfers of speciale tekens (SER-kroonlid, T-shirt, 79-jarige, €-teken,);
  • als het linkerdeel eindigt op een apostrof met een s (papa’s-kindje);
  • in een aantal bijzondere gevallen (niet-roker, commissie-De Wit).

trema

Volledig uitgeschreven telwoorden krijgen – als dat nodig is – geen koppelteken, maar een trema: drieënhalf, tweeëntwintig.

Let op de klemtoon

Raakt u in de war over de manier waarop u een samenstelling moet schrijven, lees hem dan hardop. Een samenstelling heeft slechts één klemtoon, in een woordgroep heeft elk afzonderlijk woord een eigen klemtoon. Woorden die gevolgd worden door een cijfer of een letter om een categorie aan te geven, gelden eveneens als woordgroep en krijgen een spatie (hepatitis B, top 40).

1.2.3 De tussen-s

horen

betekenis

De regel voor het gebruik van de tussen-s is simpel: hoort u in een samenstelling een tussen-s, dan schrijft u ook een tussen-s. U kunt dus spellingsregels schrijven maar ook spellingregels. Soms is het moeilijk om te horen of er een tussen-s staat, omdat het eerste woord van de samenstelling met een ‘s’ of s-klank eindigt of het tweede woord ermee begint, zoals dorpscentrum. De truc is dan het tweede woord te vervangen door een woord zonder ‘s’: het is dorpspomp, en daarom ook dorpscentrum; het is afdelingshoofd, dus ook afdelingschef. In zeldzame gevallen kan een tussen-s de betekenis van een woord veranderen. Het beroemdste voorbeeld is waternood en watersnood, wat het tegenovergestelde van elkaar betekent.

1.2.4 De tussen-n

hoorbare klank

gelijkgetrokken

De tussen-n is een heikel punt. In sommige samenstellingen worden de woorden niet direct aan elkaar geschreven, maar zit er een hoorbare klank tussen. Het is ruggenprik in plaats van rugprik, zielenpoot in plaats van zielpoot en paardenbloem in plaats van paardbloem (maar wel boekhandel en appelsap – dus als u geen tussenklank hoort, hoeft u deze ook niet toe te voegen). De vraag is hoe die tussenklank dan gespeld moet worden. Heel lang kon dit -e of -en zijn. Er waren veel verschillende regels om te bepalen wanneer het -e of -en moest zijn. Daarom werd een paar jaar geleden alles gelijkgetrokken: overal -en invoegen. Vanaf dat moment schreven we bijvoorbeeld paddenstoel, wiegenlied en apenkool. Niettemin zijn er nog steeds aan paar uitzonderingen, die alleen -e en geen -en krijgen:

  • woorden waarvan er maar één is: de zon, de maan, de hel, de koningin. Het is dus nog steeds zonnestralen, maneschijn, hellehond en Koninginnedag;
  • samenstellingen met een bijvoeglijk naamwoord als eerste deel (verrekijker, flauwekul), ook als dat bijvoeglijk naamwoord een versterkende betekenis heeft (bere-, rete-, reuze-);
  • samenstellingen die een lichaamsdeel als eerste deel hebben (kinnebak);
  • samenstellingen waarvan de delen niet meer afzonderlijk worden gebruikt (takkeweer);
  • samenstellingen waarvan het eerste woord een werkwoord is (knarsetanden, minnekozen);
  • samenstellingen waarvan het eerste woord geen meervoud kent. Vaak zijn dit woorden die eindigen op -ose, -isme of -ine, zoals cafeïne of terrorisme (cafeïneverslaving, terrorismedreiging).