6.2 Grootste uitdagingen voor leidinggevenden
grenzen
Een grote uitdaging is voorkomen dat medewerkers met een positieve balans in leven en werk zich langzamerhand tóch terugtrekken en gedemotiveerd raken. Blijf daarom doen waar u in de stabilisatiefase mee begonnen bent: uw medewerkers bij zaken betrekken en luisteren. Probeer hen ook meer in te zetten in coach-, mentor-, docent- en begeleidersrollen. Blijf daarnaast helpen de eigen grenzen en mogelijkheden te herkennen, en vergeet niet de toegevoegde waarde die de medewerker levert te erkennen en waarderen.
Taken en werk delegeren, complimenten geven en vooral niet voorschrijven hoe de medewerker zijn werk moet doen, zijn belangrijke aspecten.
Voor niemand prettig
negatief
Een andere uitdaging is voor u als leidinggevende misschien nog groter, namelijk omgaan met medewerkers die een negatieve(re) balans hebben gevonden in het leven en dus ook in het werk. Deze medewerkers hebben een balans gevonden die uiteindelijk voor niemand echt prettig is.
Medewerkers kunnen krampachtig vasthouden aan hoe het vroeger was, of juist zaken blijven nastreven die niet (meer) tot de haalbare mogelijkheden behoren.
Interventie
herkennen
weerstand
Zowel u als collega’s zullen waarschijnlijk niet blij zijn met de negatieve, mopperende houding van ‘vastgeroeste’ medewerkers. Hoe eerder u als leidinggevende herkent dat een medewerker stagneert en in een negatieve(re) balans terecht dreigt te komen, hoe makkelijker het uitvoeren van een juiste interventie is. Hoe langer u wacht met het ondernemen van actie, hoe moeilijker het wordt om de medewerker nog enthousiast te krijgen. Het kan een signaal van stagneren zijn als een medewerker:
- minder of helemaal geen suggesties meer doet;
- zich niet of nauwelijks meer laat horen tijdens vergaderingen of andere bijeenkomsten;
- weerstand heeft tegen verandering en weinig tot niet op de toekomst en ontwikkeling is gericht;
- meer en meer op de automatische piloot werkt en altijd volgens zijn eigen routines;
- niet meer bereid is om nieuwe dingen te leren.
Juist omdat deze medewerkers zich vrij letterlijk terugtrekken en dus steeds minder zichtbaar zijn, is het voor u als leidinggevende vaak ook lastig om dit op tijd te signaleren.
Feedback
cruciaal
Signaleert u deze kenmerken, dan is het cruciaal om direct het gesprek aan te gaan, de medewerker duidelijk feedback te geven over zijn gedrag en daarbij het door u gewenste gedrag te benoemen (voor hulp bij het geven van feedback kijkt u op rendement.nl/mtdossier). Belangrijk hierbij is wel – nádat u duidelijk heeft aangegeven wat u verwacht – samen naar de mogelijkheden en een oplossing te kijken.
Aanpassingen
begeleiding
Wees oprecht nieuwsgierig naar de reden van het terugtrekken van de medewerker, en sta open voor aanpassingen die hij zelf aandraagt. Probeer daarbij altijd tot meerdere oplossingen te komen en selecteer daar de beste oplossingen voor alle partijen uit. Denk aan het aanpassen van het werk en de functie, en de manier van met elkaar omgaan tot het inzetten van begeleiding van buitenaf. Werkt dit, dan gaat de medewerker terug naar de stabilisatiefase.
In de stabilisatiefase probeert de medewerker een nieuw antwoord op zijn vragen te vinden, en zo een nieuwe balans in het leven te krijgen. Hopelijk deze keer wél positief.