1.4 Wet- en regelgeving
diverse wetten
Bij thuiswerken heeft u te maken met diverse wetten en regels, namelijk de Wet flexibel werken, de arbowetgeving, de Arbeidstijdenwet, het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de ondernemingsraden (WOR).
1.4.1 Wet flexibel werken
aanpassing
Op basis van de Wet flexibel werken mag een werknemer een verzoek indienen voor een aanpassing van de arbeidsduur, de werktijden en de arbeidsplaats. De werknemer kan zijn werkgever op basis van deze wet dus vragen of hij (deels) vanuit huis mag gaan werken.
ingangsdatum
Daaraan zijn wel wat regels verbonden. Zo mag dat pas als de werknemer minimaal 26 weken in dienst is, moet hij zo’n verzoek minimaal twee maanden voor de ingangsdatum schriftelijk indienen en geldt er een maximum van één aanvraag per jaar. Als de werkgever nog geen beslissing heeft genomen binnen een maand voor de ingangsdatum, geldt het verzoek als goedgekeurd.
De werkgever moet het verzoek op basis van de wet ‘serieus overwegen’. Het staat hem vrij om het verzoek om vanuit huis te mogen werken, af te wijzen.
1.4.2 Arbowetgeving
trein
zorgplicht
Arbobesluit
Ook vanuit huis moeten werknemers hun werkzaamheden op een veilige en gezonde manier kunnen uitvoeren. Of een werknemer nu op kantoor, thuis of onderweg in de trein werkt, de werkgever is verantwoordelijk voor goede arbeidsomstandigheden en moet zich houden aan de regels uit de arbowetgeving. De belangrijkste luiden als volgt.
- De werkgever heeft een zorgplicht naar werknemers toe, aldus artikel 3 van de Arbowet. Hij moet ervoor zorgen dat werknemers hun werk op een veilige en gezonde manier kunnen uitvoeren.
- In artikel 1.43 tot en met artikel 1.53 van het Arbobesluit staan regels voor zogeheten plaatsonafhankelijke arbeid. Daaronder valt ook thuiswerken.
- In het Arbobesluit staat dat een thuiswerkplek moet voldoen aan de ergonomische beginselen.
Meer over de arbowetgeving en over veilig en gezond werken leest u in hoofdstuk 4.
1.4.3 Arbeidstijdenwet
risico
Een werkgever kan niet zien wanneer een werknemer vanuit huis werkt, tenzij hij met de werknemers en de ondernemingsraad (OR) heeft afgesproken dat hij mag controleren wanneer een werknemer is ingelogd. Thuiswerken brengt een risico met zich mee, want een uurtje extra werken hier en daar is wel erg makkelijk vanuit huis. Omdat het druk is of vanwege het idee dat dit door de besparing op reistijd best kan. Maar ook thuis geldt de Arbeidstijdenwet. Daarin staan onder andere regels over arbeids- en rusttijden, pauzes, werktijden voor jongeren tot 18 jaar en werktijden voor zwangere of pas bevallen werknemers.
Op rendement.nl/hrdossier vindt u de belangrijkste regels rondom arbeids- en rusttijden In een overzichtelijke infographic.
1.4.4 Burgerlijk Wetboek
goed werkgever
Daarnaast komt het Burgerlijk Wetboek (BW) in beeld bij thuiswerken. Daarin is namelijk aandacht voor goed werkgeverschap en goed werknemerschap. Dat houdt in dat een werkgever niet zomaar thuiswerken mag weigeren of toestaan, maar zich als een goed werkgever moet gedragen. Datzelfde geldt voor de werknemer. Meer hierover leest u in paragraaf 8.3.
1.4.5 WOR
rol bij thuiswerken
Tot slot speelt de Wet op de ondernemingsraden (WOR) nog een rol bij het thuiswerken. Staat een werkgever toe dat werknemers thuiswerken, dan zal hij na moeten denken over een aantal zaken.
werkoverleg
instemming
Bijvoorbeeld over hoe hij ook thuis waarborgt dat werknemers goede arbeidsomstandigheden hebben, hoe teams het werkoverleg digitaal kunnen gaan inrichten en hoe de personeelsbeoordeling misschien wel verandert. Dat zijn stuk voor stuk zaken die de werkgever niet zomaar kan aanpassen. Hij moet daarvoor eerst instemming vragen aan de OR op basis van de WOR. Over de rol van de OR leest u meer in hoofdstuk 7.