6.2 Vijf basisstrategieën
overlegstrategieën
Er zijn vijf overlegstrategieën beschikbaar die we hieronder bespreken vanuit het standpunt van de ondernemingsraad. De OR kan zich hier – eventueel in combinatie met elkaar – van bedienen.
6.2.1 Samenwerken
eensgezindheid
Het ideaal van de meeste medezeggenschappers en bestuurders is het samenwerken. Beide partijen zijn het daarbij zo goed als volledig met elkaar eens. ‘De neuzen staan dezelfde kant op’, zeggen we dan. Die eensgezindheid is ook goed voor de betrekkingen; de onderlinge relatie is goed bij het samenwerken. Een prima strategie voor die onderwerpen waarin bestuurder en OR of PVT inderdaad grofweg dezelfde mening hebben. En gelukkig doet zich dat met enige regelmaat voor.
Praktische tips
6.2.2 Onderhandelen
compromis
In de praktijk komt het ook vaak voor dat partijen het inhoudelijk niet volledig met elkaar eens zijn. Er is wel een overeenstemming op hoofdlijnen, maar in de uitwerking of op onderdelen lopen de inzichten toch uiteen. Beide partijen doen in dat geval wat water bij de wijn; compromissen zijn het gevolg. Als er daarbij inderdaad ook sprake is van een vergelijkbare opstelling van de bestuurder, spreken we van de strategie ‘onderhandelen’.
Onderhandelen hoeft geen negatieve invloed op de onderlinge relatie te hebben, ook al krijgt geen van beide partijen volledig zijn zin.
Praktische tips bij het onderhandelen
6.2.3 Toegeven
werkrelatie
De strategie van het toegeven moet u goed onderscheiden van die van het ontlopen. Er zijn situaties waarin de OR of PVT moet erkennen dat het niet zal lukken om de bestuurder te overtuigen. Als dan ook de machtsmiddelen ontbreken om hem te dwingen de OR tegemoet te komen, kunt u het overleg ombuigen naar versterking van de werkrelatie. De OR geeft toe op de inhoud en maakt duidelijk dat hij – ook al heeft hij zelf een andere mening – de bestuurder ruimte en vertrouwen geeft om het op zijn manier te doen.
Praktische tips
Met toegeven kweekt de raad goodwill die hem op een ander moment weer goed van pas kan komen. Als overtuigen toch niet lukt, kan deze strategie u in de toekomst dus helpen! Maar ontleen er geen rechten aan!
6.2.4 Ontlopen
Met opzet
De ondernemingsraad kan de confrontatie rond een bepaald onderwerp ook uit de weg gaan. Soms met opzet, omdat de OR de zaak te onbelangrijk vindt, maar vaak ook omdat de bestuurder geen ruimte geeft voor overleg en de raad zich daarbij neerlegt.
Het beste kan de OR zo vroeg mogelijk aangeven dat een onderwerp zijn belangstelling niet heeft en dat men daarom dure overlegtijd kan uitsparen. Daarbij moet de raad zich wel realiseren dat hij daarmee zijn bestuurder ook alle ruimte geeft om zijn eigen gang te gaan.
Nut van ontlopen
vruchteloze confrontatie
Deze opstelling draagt niets bij. Niet aan het resultaat, maar ook niet aan de onderlinge werkrelatie. Toch kan het nut hebben hiervoor te kiezen. Omdat het onderwerp geen prioriteit heeft bij de medezeggenschap of omdat te verwachten is dat het alleen maar tot een vruchteloze confrontatie leidt.
Geef zo vroeg mogelijk een signaal af
Het ‘ontlopen’ is feitelijk het uit de weg gaan van overleg over een bepaald onderwerp. Het beste is dat de OR zo vroeg mogelijk aangeeft dat dit onderwerp zijn belangstelling niet heeft en dat de raad daarom dure overlegtijd kan uitsparen. Daarbij moet de raad zich realiseren dat hij daarmee zijn bestuurder ook alle ruimte geeft om zijn eigen gang te gaan. Stelt deze ondanks het gebrek aan be-
langstelling van de raad prijs op bespreking in de overlegvergadering, dan is dat zijn goed recht. Hij kan de OR echter niet dwingen tot uitspraken. Blijf beleefd, luister en bedank hem voor de informatie. Wens hem succes met het vervolg.
6.2.5 Forceren
gewenst resultaat
De laatste strategie is die van het vechten. Gezien het belang van de zaak en zijn krachtige positie dwingt de medezeggenschap daarmee het gewenste resultaat af. De strategie ligt voor de hand bij instemmingsplichtige zaken, maar u moet er ook dan niet al te lichtvaardig voor kiezen. Ondernemingsraad en bestuurder hebben elkaar voortdurend nodig. Een volgende keer zal de machtsverhouding andersom liggen. Is de bestuurder dan nog bereid de OR tegemoet te komen?