U bent hier

1.4. Wat zijn de vier communicatieniveaus?

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier MT Rendement
Publicatiedatum: september 2019

In iedere vorm van communicatie kunt u vier communicatieniveaus onderscheiden:

  • de inhoud van wat besproken wordt;
  • de procedure of de manier waarop u de inhoud bespreekt;
  • de interactie tussen de gesprekspartners;
  • het gevoel dat bij een of meerdere gesprekspartners wordt opgeroepen tijdens de communicatie.

De inhoud

Waarover gaat het gesprek? De inhoud van een gesprek is het onderwerp. Uw rol is om dieper in te gaan op het onderwerp, vragen te stellen, te ordenen en te toetsen:

  • Is het onderwerp goed afgebakend?
  • Praat iedereen over hetzelfde aspect van het onderwerp?
  • Wordt voldoende gebruikgemaakt van aanwezige kennis?

De procedure

Dit communicatieniveau gaat over de vorm van het gesprek. Hoe gaat u het onderwerp bespreken? Welke afspraken zijn er gemaakt? Hoe wordt een besluit genomen? Deze communicatielaag gaat over de ‘spelregels’ van de interactie. Zijn deze onduidelijk, dan is dat een recept voor miscommunicatie. Uw rol is om een agenda voor te stellen en afspraken te maken over rollen en de duur van het gesprek:

  • Is het doel van het gesprek helder?
  • Zijn er afspraken gemaakt over de besluitvorming?
  • Is er afgesproken hoe laat het gesprek begint en eindigt?

Interactie

Hoe gaat u met elkaar om? Hoe reageert u op de ander en hoe reageert de ander op u? En hoe wílt u met de ander omgaan? Uw rol is om als het ware ‘boven het gesprek te hangen’ en te beschrijven wat er gebeurt.

  • Komt iedereen aan bod?
  • Communiceert iedereen op een respectvolle manier?
  • Wie haakt er af in het gesprek?

Het gevoel

Welke gevoelens spelen een rol? Op dit niveau manifesteren zich de emoties bij u of bij uw gesprekspartner. Gevoelens van bijvoorbeeld blijdschap, boosheid, bedroefdheid of angst spelen op. Uw rol is om het gevoel te benoemen dat u bespeurt bij uzelf en bij anderen (u reflecteert dus hardop):

  • Wie zegt hoe hij zich voelt?
  • Wie vraagt hoe de anderen zich voelen?
  • Wie toont er begrip voor hoe de anderen zich voelen?