1.6. In de praktijk
Het kan zijn dat persoonlijke dingen invloed hebben op het functioneren van een werknemer. Dit kan zijn weerslag hebben op het gevoelsniveau en leiden tot een verstoring in de samenwerking. U kunt dit dan benoemen in een veilige setting.
Bijvoorbeeld: ‘Ik krijg de indruk dat het lastig voor je is om je aandacht erbij te houden. Klopt dat?’ Als uw inschatting juist is, zal de werknemer bevestigend antwoorden of knikken: ‘Ja dat klopt, ik ben wat afgeleid.’ Dan kunt u doorgaan met een opmerking met de volgende strekking: ‘Maak je je zorgen over de uitslag van dat medische onderzoek?’
Less is more
Pas op dat u zich niet in allerlei bochten gaat wringen of met excuses komt als iemand u iets verwijt: less is more. Zorg dat u en uw gesprekspartner zich op hetzelfde communicatieniveau bevinden. U reageert dus als eerste op inhoudsniveau. Bijvoorbeeld: ‘Het klopt dat ik een verzoek van je heb ontvangen, ik ben daar nog niet aan toe gekomen.’
Schakelen
Als er een verklaring is die relevant is voor uw gesprekspartner, dan volstaat u met deze verklaring die u kort benoemt en gaat u direct door met het voeren van het gesprek. Vervolgens kunt u op interactieniveau iets zeggen als: ‘Het spijt me, ik weet dat dit belangrijk voor je is.’
Afhankelijk van het onderwerp kunt u er een zin op gevoelsniveau aan toevoegen: ‘Ik zie dat het je raakt dat je nog geen reactie hebt, dat vind ik vervelend.’ Dan kunt u schakelen naar het procedureniveau met de opmerking: ‘Ik pak dat morgenochtend als eerste op en laat het je direct daarna per mail weten.’
De kern van het LSD-model bestaat uit:
- Luisteren
- Samenvatten
- Doorvragen
In de volgende paragraaf leest u hoe luisteren, samenvatten en doorvragen in uw voordeel kunnen werken.