6.4 Geheimhoudingsplicht
opgeven
Een vertrouwenspersoon moet te vertrouwen zijn. Mede daarom heeft hij een geheimhoudingsplicht. In principe valt ieder gesprek dat hij voert en alle informatie die hij krijgt onder die plicht. Er zijn echter een aantal uitzonderingen waarbij de vertrouwenspersoon zijn geheimhoudingsplicht kan opgeven.
Wetboek van Strafvordering
ernstig vergrijp
De vertrouwenspersoon zal zijn stilzwijgen verbreken als hij met een ernstig vergrijp en wetsovertreding te maken krijgt, zoals een verkrachting. Dat doet hij op basis van artikel 160 van het Wetboek van Strafvordering. Ieder persoon heeft een aangifteplicht voor dergelijke zaken, ook de vertrouwenspersoon.
Ambtsmisdrijven
Ook artikel 162 van datzelfde Wetboek van Strafvordering verplicht de vertrouwenspersoon aangifte te doen. Het gaat dan om ambtsmisdrijven.
Met toestemming
Als de ‘klager’ toestemming geeft, mag de vertrouwenspersoon de geheimhouding doorbreken.
Conflict van plichten
zwijgen doorbreken
Als de klacht een conflict van plichten oplevert, dan kan de vertrouwenspersoon er zelf voor kiezen om zijn zwijgen te doorbreken. Dat kan in hij meerdere situaties doen, maar voordat hij dat doet moet hij een aantal stappen doorlopen:
- hij moet er alles aan gedaan hebben om toestemming te krijgen van de ‘klager’;
- er is geen andere manier om het probleem op te lossen en het zal betrokkenen schade opleveren als de vertrouwenspersoon toch zijn mond houdt;
- de vertrouwenspersoon vraagt een deskundige partij om advies;
- de ‘klager’ moet op de hoogte gebracht worden van het doorbreken van de geheimhouding en wijst eventueel een andere vertrouwenspersoon aan om verder mee te praten.
ingrijpende gevolgen
Het doorbreken van de geheimhoudingsplicht is een zware beslissing met ingrijpende gevolgen. Als de vertrouwenspersoon daar niet goed mee omgaat, kan de betrokkene hem aanklagen bij de rechtbank.
Sectoren zoals jeugdzorg en het onderwijs hebben nog aanvullende situaties waarbij de vertrouwenspersoon zijn geheimhoudingsplicht moet doorbreken. Het gaat dan om kindermishandeling in de jeugdzorg en zedenmisdrijven jegens minderjarigen in het onderwijs.
Verschoningsrecht
De vertrouwenspersoon kent geen wettelijk verschoningsrecht, zoals een arts dat kent. Het verschoningsrecht wordt voor professionals ook wel het beroepsgeheim genoemd.
intern verschoningsrecht
Wel kunnen er binnen uw organisatie afspraken gemaakt worden om de vertrouwenspersoon een intern verschoningsrecht te geven.
In de rechtbank kan de vertrouwenspersoon zich daar niet op beroepen, hij kan hoogstens een beroep doen op situationeel verschoningsrecht. Het is per situatie verschillend of dit wordt toegekend.