U bent hier

OR & Medezeggenschap
Interne arbopro's2. De ondernemingsraad: ­partner in arbocrimes2.3 Wat heeft de OR nodig?

2.3 Wat heeft de OR nodig?

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: juni 2017

eigen visie

Om een waardevolle rol te kunnen spelen in de ontwikkeling van het arbobeleid in de eigen organisatie moet de OR of PVT aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • een sterk contact met de werknemers (de achterban);
  • een eigen visie op de arbo-aspecten in de organisatie;
  • een bepaalde mate van betrokkenheid waar alle spelers (werkgever, arbopro’s enzovoort) tevreden over zijn.
  • 1 Contact met de achterban

    werkvloer

    Niet voor niets staat deze voorwaarde voorop. Een OR of PVT die zijn vertegenwoordigende rol niet kan of wil invullen, heeft weinig meerwaarde voor arboprofessionals en externe partijen (zoals de arbodienst) die bij het arbobeleid zijn betrokken. De deskundigheid van OR bestaat nu juist uit kennis van wat er leeft op de werkvloer en het draagvlak dat hij biedt voor verandering.

    Zorg voor tweerichtingsverkeer!

    tweerichtingsverkeer

    Dat achterbancontact gaat over meer dan het uitgeven van nieuwsbrieven. De OR moet écht zorgen voor tweerichtingsverkeer waarbij de werkgever vooral luistert naar wat de werknemers te vertellen hebben. Een goed contact is ook broodnodig om te kunnen bepalen wat er van alle mooie plannen in de praktijk terechtkomt en hoe de ervaringen zijn met deskundigen als de bedrijfsarts, de arbodienst en de preventiemedewerker.

    2 Eigen OR-visie op arbo

    doelen stellen

    alert zijn

    Om een stuwende kracht te zijn in de verdere ontwikkeling van het arbobeleid en om de instemmingsmomenten op een constructieve manier te benutten, is het van belang dat de OR of PVT een beeld heeft van de bestaande arbozorg. De medezeggenschap moet ook een mening vormen over de sterke en zwakke kanten. Op basis daarvan stelt een slim OR-lid doelen. Die doelen probeert hij steeds te realiseren in het overleg. Als de OR bijvoorbeeld goede redenen heeft om aan te nemen dat de verticale communicatie in de organisatie te wensen overlaat, moeten OR-leden toetsen of de RI&E daar voldoende aandacht aan besteedt. Daarnaast moet de OR alert zijn op falende communicatie over besluiten van de werkgever. Ook moet de OR samen met bijvoorbeeld de preventiemedewerker ervoor zorgen dat de werkgever de afspraken over het werkoverleg en arboregels naleeft. De samenwerking moet namelijk tot betere arbeidsomstandigheden leiden.

    Veel OR’en vinden het lastig om arbo helemaal zelf te regelen: van een eigen visie tot taakverdeling en van een handig netwerk tot het behandelen van instemmingsaanvragen. Sommige OR’en richten daarom een speciale Arbocommissie op. Hierover leest u meer in hoofdstuk 3.

    3 Mate van betrokkenheid

    frustraties

    De OR moet door andere betrokkenen, zoals arbodeskundige, arbocoördinator, preventiemedewerker en niet te vergeten de werkgever, wel worden gezien als een volwaardige medespeler in de ontwikkeling van het arbobeleid. Samenwerking vereist een daarop gerichte instelling bij beide partners. Anders leveren de inspanningen weinig meer op dan frustraties. Maar dit wil niet zeggen dat een OR die daar last van heeft, bij de pakken neer moet gaan zitten. Allesbehalve, de OR heeft namelijk mogelijkheden genoeg om anderen te dwingen naar zijn inbreng te luisteren.