U bent hier

9.2 Instanties

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier OR Rendement
Publicatiedatum: oktober 2015

Ondernemingskamer

Uw conflict over het adviesrecht komt meestal terecht bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof in Amsterdam Soms kunt u kiezen voor de kantonrechter. U heeft die keuze als de bestuurder:

  • ten onrechte geen advies heeft gevraagd;
  • te weinig informatie heeft verstrekt;
  • niet bereid is om op het OR-advies te wachten.

Een derde optie om het conflict op te lossen kan het inschakelen van de bedrijfscommissie zijn.

Vaste commissies kunnen niet zelfstandig geschillen aan een rechter voorleggen. Wel kan de OR of PVT een conflict daarvoor ‘overnemen’ van de betreffende commissie.

9.2.1 De Ondernemingskamer

verzoekschrift

opschorten

De OR heeft één maand de tijd om een verzoekschrift in te dienen bij de Ondernemingskamer. Deze termijn begint te lopen nadat de raad op de hoogte is gebracht van het omstreden besluit of op de hoogte is geraakt van nieuwe feiten of omstandigheden. De bestuurder is overigens verplicht om de uitvoering van een besluit dat afwijkt van het uitgebrachte OR-advies met één maand op te schorten.

Verzoeken

redelijkheid

U kunt de Ondernemingskamer vragen om:

  • de bestuurder zijn besluit (al dan niet gedeeltelijk) in te laten trekken. Hierbij kunt u om een voorlopige voorziening vragen. Dat is een tijdelijke regeling totdat de Ondernemingskamer een definitieve uitspraak doet;
  • de bestuurder te verbieden het besluit uit te voeren. Ook hierbij kunt u om een voorlopige voorziening vragen;
  • een verklaring dat de bestuurder nooit in alle redelijkheid tot zijn besluit had mogen komen. U vraagt de rechter dan eigenlijk uit te spreken dat het besluit van de bestuurder niet past bij goed ondernemerschap.

Onredelijk?

overtuigen

De Ondernemingskamer beoordeelt of het besluit van de bestuurder ‘onredelijk’ is. U moet de rechter daarvan dus overtuigen. Alleen als de bestuurder zich niet aan de regels van de wet houdt of als hij bij zijn besluit onvoldoende rekening houdt met het uitgebrachte advies, kan de OR in het gelijk worden gesteld. Als er geen nieuwe feiten zijn en de bestuurder heeft geen informatie achtergehouden, mag u alleen bezwaren aanvoeren die u ook al tijdens de adviesprocedure heeft genoemd.

Ook de bestuurder kan een beroepsprocedure starten, bijvoorbeeld als hij vindt dat de OR in zijn advies onredelijke voorwaarden stelt.

Nieuwe openingen

vonnis

Het is niet bekend hoeveel meningsverschillen worden opgelost omdat de OR de bestuurder aan de opschortingstermijn houdt. Wel is er vaak een veranderde opstelling van de bestuurder zichtbaar zodra de ondernemingsraad vasthoudt aan dit recht of de bestuurder vertelt over plannen om een procedure bij de Ondernemingskamer te starten. Dan blijken er ‘opeens’ nieuwe openingen voor overleg. En zelfs ruim de helft van het aantal zaken dat aan de Ondernemingskamer wordt voorgelegd, leidt niet tot een vonnis. Dit betekent dat de partijen tijdens de procedure er alsnog met elkaar uitkomen.

Uitspraken van de Ondernemingskamer halen nogal eens de vakbladen of zelfs de landelijke media. De vuile was gaat naar buiten en dat is niet altijd gunstig voor een organisatie. Maar laat uw positie hierdoor niet verzwakken.

9.2.2 Kantonrechter

instemmingsrecht

De Ondernemingskamer behandelt alleen zaken waarbij het adviesrecht een rol speelt. Andere conflicten, bijvoorbeeld over het instemmingsrecht, moet de ondernemingsraad voorleggen aan de kantonrechter. Voor de PVT is de kantonrechter sowieso de enige plek om een beroepsprocedure te starten. Maar, zoals u in hoofdstuk 1 kunt lezen, heeft de PVT een zwak adviesrecht en kan dus geen procedure starten als de werkgever het advies niet volgt.

voorzitter

In gerechtelijke procedures is het de voorzitter die de ondernemingsraad of PVT vertegenwoordigt. Als de vaste voorzitter is verhinderd, wordt hij vervangen door een ander lid.

De regels

overtreden

Hoewel de kantonrechter een voorgelegd meningsverschil ook inhoudelijk kan beoordelen, kijkt hij allereerst of de wettelijke regels naar behoren zijn toegepast. Heeft de bestuurder deze regels overtreden? Dan kan de rechter de bestuurder verbieden zijn plannen uit te voeren en een dwangsom opleggen als hij zijn zin desondanks toch doorvoert.

9.2.3 De bedrijfscommissie

bemiddeling

hoorzitting

De bedrijfscommissie is er om de bestuurder en de medezeggenschap weer op één lijn te brengen. Zij probeert de kwestie zo te regelen dat de kantonrechter er niet aan te pas hoeft te komen. Eén of beide partijen vraagt de commissie per brief om bemiddeling. Zo nodig wordt de andere partij in staat gesteld schriftelijk te reageren. Daarna volgt er dan mogelijk een hoorzitting waarin wordt geprobeerd de geschillen op te lossen. Uiteindelijk komt de commissie met een verslag van bevindingen met eventueel een advies voor het vervolg.

Motivatie

vertrouwen

communicatie

Als u de bedrijfscommissie inschakelt, moet u daarbij goed nadenken over de omschrijving van het conflict. De commissie verwacht dat u duidelijk maakt waarom bemiddeling nodig is. Doel is vaak niet alleen samen tot een ‘beter’ besluit te komen, maar juist om dit proces te gebruiken om het vertrouwen in elkaar weer te herstellen. Bij geslaagde bemiddelingspogingen leidt dit bijvoorbeeld tot nieuwe afspraken over de communicatie, want slechte communicatie is de basis van veel conflicten.

Voor de wijziging van de WOR in juli 2013 was de gang naar de bedrijfscommissie de eerste stap voor een PVT of OR die de kantonrechter wilde inschakelen. Maar die verplichte bemiddeling is geschrapt, omdat betrokken partijen dit vaak als een onnodige tussenstap zagen.