12.3 IKB cao sociaal werk
voor werknemers
De cao sociaal werk – de nieuwe naam voor de cao welzijn & maatschappelijke dienstverlening – bevat een individueel keuzebudget (IKB) voor de werknemers. De cao sociaal werk loopt in principe tot 1 juli 2019.
De cao sociaal werk is door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen verbindend verklaard voor alle werkgevers en werknemers in deze sector.
Bronnen
vermeerderd
Het IKB is samengesteld uit de volgende onderdelen:
- de vakantiebijslag (8%);
- de eindejaarsuitkering (8,3%, of 5,5% of 5,3%);
- vermeerderd met 0,1% (uit vrijgevallen middelen);
- de waarde van de (voormalige) bovenwettelijke vakantie-uren (26 uur per jaar bij fulltime dienstverband), waarbij de waarde is berekend over het feitelijk verdiende salaris inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering;
- de tegemoetkoming premie ziektekostenverzekering.
De in het IKB ondergebrachte onderdelen bestaan in formele zin nog steeds en staan ook per apart onderdeel in de cao vermeld. De werkgever administreert deze onderdelen dan ook apart.
Doelen
vakantie
De cao biedt de werknemers de volgende bestedingsdoelen van het IKB:
- vakantie (bovenwettelijk);
- geld (dus uitbetaling van het budget, eventueel in delen);
- aanwending van de diverse als bron in het IKB ondergebrachte onderdelen zoals vóór het IKB, waarbij de 0,1% vermeerdering dan in december wordt uitbetaald.
per maand
De samenstelling, omvang en spreiding van de besteding over het kalenderjaar van het IKB is geheel naar wens van de werknemer. Hij kan echter wel alleen reeds opgebouwd budget besteden.
Spelregels
twee keer per jaar gekozen
Werknemers bouwen het IKB per maand op, over het feitelijk verdiende salaris van die maand. Het feitelijk verdiende salaris is het salaris exclusief toeslagen en vergoedingen dat de werknemer daadwerkelijk krijgt uitbetaald. Er kan twee keer per jaar voor besteding van het budget worden gekozen:
- uiterlijk de laatste dag van het kalenderjaar, waarbij de keuze dan betrekking heeft op de besteding vanaf 1 januari tot en met 31 december van het volgende kalenderjaar;
- uiterlijk de laatste dag van het eerste half jaar, waarbij de keuze dan betrekking heeft op de besteding vanaf 1 juli tot en met 31 december van het kalenderjaar.
Een werknemer die tussen deze keuzemomenten in dienst treedt, kan ook op dat moment een bestedingskeuze maken.
De werknemer kan op verzoek en in overleg met de werkgever van de vaste keuzemomenten voor besteding van het IKB afwijken of een eerdere keuze aanpassen. De werkgever kan in overleg met OR, PVT of anders PV meerdere of andere keuzemomenten afspreken.
resterend budget
Het besteden van het IKB moet in het jaar van opbouw gebeuren, tenzij het om voor een volgend kalenderjaar gekocht verlof gaat. Als de werknemer geen bestedingskeuze maakt, krijgt hij het resterende budget in december van het betreffende kalenderjaar uitbetaald. Die uitbetaling is belast loon voor de loonheffingen. Ook bij uitdiensttreding wordt het resterende saldo uitbetaald.
Consequenties besteding keuzebudget
jaargesprek
De bestedingskeuzes voor het IKB kunnen gevolgen hebben voor zaken als de loonheffingen, pensioenopbouw, sociale uitkeringen, inkomstenbelasting en eventuele inkomensgerelateerde toeslagen of loonbeslag. Deze sociale aspecten en financiële consequenties van de bestedingskeuze moeten in een (jaar)gesprek met de werknemer aan de orde komen.
inzicht via loonstrook
De werknemers moeten minstens eens per maand inzicht krijgen in de hoogte, opbouw en mutaties van hun individueel keuzebudget. Dit inzicht moeten de werknemers via de loonstrook krijgen.