7.1 Voordelen
mogelijk financiële voordelen
Als werknemers op grond van de cafetariaregeling loonbestanddelen uitruilen, levert dit uw onderneming mogelijk diverse financiële voordelen op.
Lastenbesparing
niet boven maximum
De uitruil van brutoloon voor nettoloon heeft als gevolg dat het premieloon en bijdrageloon lager worden, zodat uw onderneming sowieso minder aan premies werknemersverzekeringen en werkgeversheffing Zorgverzekeringswet (ZVW) verschuldigd is. Deze lastenbesparing speelt uiteraard alleen als de werknemer met zijn loon niet (ver) boven het maximumpremie- en maximumbijdrageloon uitkomt. Als het verlaagde premie- en bijdrageloon alsnog boven het maximum uitkomt, heeft u er immers geen voordeel van.
Rekenvoorbeeld lastenbesparing
Stel dat een werknemer in een maand € 200 brutoloon uitruilt voor een nettoreiskostenvergoeding. Dat levert uw onderneming een besparing op van:
- 6,96% aan basispremie WAO/IVA/WGA: € 13,92;
- gemiddeld 1,18% aan Whk-premie: € 2,36;
- 3,60% aan WW-premie: € 7,20;
- gemiddeld 0,77% aan sectorpremie: € 1,54;
- 6,95% aan ZVW-bijdrage: € 13,90.
doorwerking
Dat is voor die werknemer dus in elk geval een lastenbesparing van zo’n € 38,92 die maand.
Ook de mogelijke doorwerking van het uitruilen van brutoloon in andere loongerelateerde betalingen – zoals de vakantiebijslag – levert uw onderneming een kostenbesparing op. Gemiddeld genomen besparen werkgevers dankzij het uitruilen van loonbestanddelen door werknemers 25% van het ingeruilde brutoloon aan loonkosten.
Werknemers met een IKB die hiervan pensioen opbouwen, verlagen de waarde in geld van hun keuzebudget. Voor uw onderneming betekent dat een besparing op de werkgeverslasten. Het kan daarom lonen om werknemers te wijzen op die opbouwmogelijkheid van extra pensioen.
LIV-recht
gemiddeld uurloon
doelgroep
Wil uw onderneming recht hebben op het lage-inkomensvoordeel (LIV) voor een bepaalde werknemer, dan moet die werknemer – naast 1.248 verloonde uren op jaarbasis bij uw onderneming – een gemiddeld uurloon van minimaal 100% en maximaal 125% van het wettelijk minimum uurloon hebben. Dit komt neer op € 10,05 tot en met € 12,58 per uur (2019).
De doelgroep voor het LIV is verdeeld in twee categorieën:
- gemiddeld uurloon van € 10,05 tot en met € 11,07
- : LIV van € 1,01 per verloond uur (maximaal € 2.000 per jaar);
- gemiddeld uurloon van € 11,08 tot en met € 12,58: LIV van € 0,51 per verloond uur (maximaal € 1.000 per jaar).
uurloon lager
Een onbedoeld bijeffect van een uitruil van brutoloon kan zijn dat de werknemer binnen de doelgroep voor LIV komt te vallen of van de tweede categorie naar de eerste categorie overgaat. Als hij namelijk brutoloon uitruilt, wordt zijn uurloon waarschijnlijk lager omdat hij kiest voor een onbelaste vergoeding of verstrekking die niet meetelt voor het gemiddelde uurloon, zodat er meer kans bestaat dat u voor hem recht heeft op het (hogere) LIV.
Rekenvoorbeeld ontstaan LIV-recht
verloonde uren
Voor een werknemer met een jaarloon van € 20.400 en 1.600 verloonde uren – zijn gemiddelde uurloon is dus € 12,75 – bestaat er geen recht op LIV. Als die werknemer € 400 brutoloon uitruilt voor een onbelaste vergoeding, zakt zijn gemiddelde uurloon naar € 12,50, zodat hij wel binnen de LIV-grenzen valt. Vanwege de categorie waarin de werknemer met zijn nieuwe uurloon valt, levert dit een LIV op van (1.600 × € 0,51 =) € 816.
tevredenheid
Let overigens wel op dat een uitruil ook gevolgen kan hebben op het aantal verloonde uren van de werknemers (zie ook paragraaf 9.2). Als de verloonde uren hierdoor dalen en onder de 1.248 uren per jaar komen, komt uw recht op LIV in zijn geheel te vervallen!
Niet-financieel
De niet-financiële maar zeker niet onbelangrijke voordelen van het aanbieden van flexibele arbeidsvoorwaarden zijn dat uw onderneming hierdoor meer tevredenheid onder de werknemers en meer betrokkenheid bij hun arbeidsvoorwaarden creëert. Verder profileert uw organisatie zich met zo’n flexibel arbeidsvoorwaardenpakket als een aantrekkelijke werkgever voor potentiële werknemers.