2.2 Periodiek loon
in elk geval
In een cafetariaregeling hebben werknemers meestal in elk geval de mogelijkheid om hun reguliere loon (bijvoorbeeld per maand of week) in te zetten als bron. Zij mogen er echter niet voor kiezen om al hun periodieke loon uit te ruilen.
Beschikking
aandachtspunt
Het loon over alle gewerkte uren van de werknemer in totaal mag na het uitruilen sowieso niet onder het voor hem geldende minimumloon op grond van de WML uitkomen. Op die manier heeft de werknemer in elk geval altijd de beschikking over het voor hem geldende minimumbedrag. Vooral bij werknemers die het voor hen geldende minimumloon of net iets meer verdienen, vormt deze wettelijke begrenzing een aandachtspunt.
Voorbeeld beperking uitruilen van loon
Stel dat een werknemer van 45 jaar die geen overuren maakt € 2.950 per maand verdient. Aangezien voor hem een minimumloon van € 1.635,60 geldt (bedrag tweede helft 2019), kan hij per maand dus wettelijk gezien maximaal € 1.314,40 inzetten voor een uitruil.
hogere minimumgrens
Uiteraard kan uw onderneming een lager maximum voor deze bron vastleggen, ofwel een hogere minimumgrens aan de verdiensten die de werknemer moet overhouden voor uitbetaling.
Doorwerking
loongerelateerde regelingen
Let op dat een verlaging van het periodieke loon van de werknemer kan doorwerken in andere loongerelateerde regelingen. Die doorwerking kan overigens onder voorwaarden worden uitgesloten (zie paragraaf 5.5).