13.1 Beoordeling arbeidsrelatie
eerst bepalen
Neemt uw organisatie een zzp’er in de arm voor bepaalde werkzaamheden, dan moet u eerst bepalen of er sprake is van een dienstbetrekking.
praktijk doorslaggevend
tot bepaalde groep behoort
Zoals u in paragraaf 2.1 al heeft kunnen lezen, moeten voor het bestaan van een echte dienstbetrekking de kenmerken gezag, persoonlijke arbeid en loon aanwezig zijn. Let op dat voor de bepaling van het bestaan van een dienstbetrekking de praktijk doorslaggevend is en niet (de bedoeling van) wat er in de overeenkomst met de opdrachtnemer is afgesproken. Dat oordeelde de Hoge Raad onlangs. Als er geen sprake is van een echte dienstbetrekking, moet u nagaan of de opdrachtnemer tot een bepaalde groep zelfstandigen behoort voor wie sprake is van een fictieve dienstbetrekking. Is dat ook niet het geval, dan bestaat er geen inhoudingsplicht voor de loonheffingen.
Freelancer bestaat niet in de fiscaliteit
geen betekenis
gevolgen
Uw onderneming kan in de praktijk met freelancers werken. De term ‘freelancer’ wordt in de praktijk veel gebruikt, maar heeft fiscaal gezien geen betekenis. Het is fiscaal geen aparte vorm van arbeidsrelatie, maar het gaat bijvoorbeeld om een zelfstandige zonder personeel of aannemer van werk. U zult dus altijd moeten bepalen van welke arbeidsrelatie er met de freelancer precies sprake is – misschien zelfs feitelijk wel van een werknemer – en wat de gevolgen hiervan zijn voor de loonheffingen.
Model
hulpmiddel
In de praktijk kan het lastig zijn om te bepalen of de zzp’er buiten de loonheffingen valt omdat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Daarom heeft de Belastingdienst een hulpmiddel in het leven geroepen, al kort aangehaald in paragraaf 2.4. Door te werken op grond van een goedgekeurde (model)overeenkomst heeft u de zekerheid dat er geen sprake is van een arbeidsrelatie en dat u de beloning aan de zzp’er terecht buiten de loonheffingen houdt.
De Belastingdienst biedt eigen modelovereenkomsten aan, naast de aan hen voorgelegde en goedgekeurde overeenkomsten die als voorbeeld voor andere opdrachten kunnen worden gebruikt. Die laatste worden dan anoniem gepubliceerd.
Module
proef gestart
Zoals al kort is aangehaald in paragraaf 2.4, is het kabinet inmiddels een proef gestart van de Webmodule beoordeling arbeidsrelaties. Deze proef loopt in elk geval nog tot en met 11 juli 2021. Daarna zal het kabinet de webmodule evalueren en een beslissing nemen over het eventuele vervolg.
punten toegekend
Via de webmodule kunt u als opdrachtgever door het – anoniem! – invullen van een vragenlijst een oordeel krijgen over de arbeidsrelatie met de opdrachtnemer. Aan de hand van de ingevulde antwoorden over de arbeidsrelatie worden punten toegekend, gebaseerd op de huidige wet- en regelgeving en jurisprudentie. Aan het einde van de vragenlijst bepaalt het aantal punten de indicatie van opdrachtgeverschap of dienstbetrekking.
drie mogelijke uitkomsten
U kunt nog geen zekerheid ontlenen aan de uitkomst van de webmodule. Gedurende de proef gaat het slechts om een indicatie over de arbeidsrelatie die verder nog geen juridische status heeft. Een onverwachte uitkomst kan wel een reden zijn om de arbeidsrelatie nader te bekijken.
geen uitkomst
De drie mogelijke uitkomsten na het invullen van de vragenlijst van de webmodule zijn:
- geen dienstbetrekking: u kunt de beloning van de opdrachtnemer buiten de loonheffingen laten;
- dienstbetrekking: u moet de beloning van de opdrachtnemer in de loonheffingen betrekken, of de arbeidsrelatie anders vormgeven zodat er alsnog buiten dienstbetrekking kan worden gewerkt;
- geen oordeel: in een aantal situaties geeft de webmodule geen uitkomst. Dat gebeurt sowieso als er op basis van de gegeven antwoorden geen duidelijkheid is te geven over de arbeidsrelatie. Maar bijvoorbeeld ook als u een overeenkomst aangaat met een rechtspersoon zoals een bv, als het om een tussenpersoon gaat die de werknemer bij een derde aan het werk zet of bij grensoverschrijding.
Als u op grond van een goedgekeurde modelovereenkomst werkt maar er volgens de webmodule toch sprake is van een dienstbetrekking, is de modelovereenkomst leidend. De praktijk moet hiervoor uiteraard wel aansluiten bij die modelovereenkomst.