U bent hier

5.3 Vormen van loon

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: mei 2023

fiscale ­loonbegrip

afwijken

Een belangrijk onderdeel van de arbeidsvoorwaarden is het loon. In het Burgerlijk Wetboek staat dat loon een tegenprestatie is voor geleverde arbeid. Het fiscale loonbegrip is ruimer: loon is elk voordeel voor werknemers dat voorvloeit uit de dienstbetrekking. De werkgever moet loonheffingen berekenen over het loon. Het loon kan in verschillende vormen voorkomen. Hierbij gaat het onder andere om:

  • loon in geld (zie paragraaf 5.3.1);
  • loon in natura (zie paragraaf 5.3.2);
  • vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen (zie paragraaf 5.3.3);
  • aanspraken en uitkeringen op grond van aanspraken (zie paragraaf 5.3.4).

5.3.1 Loon in geld

arbeids­overeenkomst

Het salaris dat een werkgever met een werknemer in zijn arbeidsovereenkomst heeft afgesproken, vormt uiteraard het belangrijkste (basis)onderdeel van zijn loon in geld. De afspraken over de hoogte van het salaris verschillen per organisatie. Sommige organisaties werken met salarisschalen en periodieke salarisverhogingen. Daarnaast kan een organisatie ervoor kiezen om het salaris vast te stellen op basis van onderhandelingen tussen werkgever en werknemer.

Bij het vaststellen van het salaris is een werkgever niet helemaal vrij. Hij heeft bijvoorbeeld te maken met wettelijke bepalingen zoals de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML). Daarnaast kunnen de bepalingen uit de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) van belang zijn.

Dienstbetrekking

gratificatie

Het loon in geld kan bijvoorbeeld bestaan uit salaris, provisie, premie, gevarengeld, overwerkloon (zie ook hoofdstuk 7), tantième (winstuitkering voor bestuurders) en een gratificatie (een vrijwillig en onverwacht extraatje vanwege een extra of opmerkelijke inzet van de werknemer). Daarnaast is het loon in geld alles wat een werknemer op grond van de dienstbetrekking in geld uitbetaald krijgt.

5.3.2 Loon in natura

niet in geld

In de arbeidsvoorwaarden kan een werkgever ook afspraken maken over loon in natura: loon dat de werkgever niet in geld uitbetaalt. Bij loon in natura is het belangrijk om onderscheid te maken tussen:

  • verstrekken: de werknemer wordt eigenaar;
  • ter beschikking stellen: de organisatie blijft gewoon eigenaar van het ter beschikking gestelde en de werknemer mag het gebruiken.

Waardering

factuurwaarde inclusief BTW

Voor de waardering van loon in natura moet de werkgever in principe aansluiten bij de factuurwaarde inclusief BTW. Ontbreekt de factuur van de verstrekking of terbeschikkingstelling, dan moet hij uitgaan van de waarde in het economische verkeer. Dat is de gebruikelijke verkoop- of winkelwaarde inclusief BTW. Voor bepaalde verstrekkingen en terbeschikkingstellingen wijkt de hiervoor genoemde waardering af en geldt een normbedrag of nihilwaardering (zie hiervoor ook paragraaf 5.3.3).

Eigen bijdrage

in mindering

Een werkgever kan ook afspraken maken over een eigen bijdrage. Deze eigen bijdrage komt in mindering op de te belasten waarde of het normbedrag. Deze aftrek mag er echter niet voor zorgen dat de waarde van de verstrekking of terbeschikkingstelling negatief uitvalt.

5.3.3 Vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling

loon

In de arbeidsvoorwaarden van een organisatie zijn meestal ook verschillende vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen opgenomen. De Belastingdienst merkt in principe alle vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen aan werknemers aan als loon.

Het is (enkele uitzonderingen daargelaten) aan de werkgever om een keuze te maken tussen het verlonen ervan bij de werknemer of het aanwijzen als eindheffingsloon (vrije ruimte).

Vrije ruimte

eindheffingsloon

Een werkgever kan de vrije ruimte gebruiken voor onbelaste vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingenen aan werknemers. Hiervoor moet een organisatie de loonbestanddelen aanwijzen als eindheffingsloon. In 2023 bedraagt de vrije ruimte 3% over de fiscale loonsom tot en met € 400.000. Over de fiscale loonsom boven de € 400.000 is dat 1,18%. Zolang de vrije ruimte niet wordt overschreden, levert het eindheffingsloon geen extra kosten op en is dit ook voor uw organisatie onbelast loon.

Het eindheffingsloon vormt geen loon voor de werknemersverzekeringen of Zorgverzekeringswet. Maar bij overschrijding van de vrije ruimte is wel loonbelasting – dus zonder premie volksverzekeringen – over het meerdere verschuldigd in de vorm van 80% eindheffing.

Gerichte vrijstelling

eigen vervoer

openbaar ­vervoer

Voor bepaalde vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen geldt een gerichte vrijstelling. Dit geldt onder andere voor:

  • de vergoeding van de reiskosten van werknemers die zakelijke reizen maken met het eigen vervoer: maximaal € 0,21 per kilometer;
  • de vergoeding van de kosten van zakelijke reizen met het openbaar vervoer: vergoeding per kilometer van maximaal € 0,21 of de werkelijke reiskosten;
  • de thuiswerkvergoeding: maximaal € 2,15 per thuis gewerkte dag;
  • noodzakelijke gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur;
  • hulpmiddelen die een werknemer ook buiten de werkplek kan gebruiken (90% of meer zakelijk gebruik);
  • arbovoorzieningen;
  • kortingen op producten uit eigen bedrijf: de korting of vergoeding is per product maximaal 20% van de waarde van dat product in het economisch verkeer met een maximum van € 500 per kalenderjaar.

Voorwaarden

normbedrag

overschrijding van de grenzen

Gerichte vrijstellingen gaan niet ten koste van de vrije ruimte. Hiervoor moet er wel aan twee voorwaarden worden voldaan: de vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen zijn aangewezen als eindheffingsloon en blijven daarnaast binnen de gestelde grenzen (normbedrag). Voor het aanwijzen als eindheffingsloon is geen aparte vastlegging nodig. Het feit dat het loon niet belast wordt en niet in de loonstaat is opgenomen, is voldoende. Bij overschrijding van de grenzen van de normbedragen, kan een werkgever kiezen om het meerdere bij de werknemer te belasten of als eindheffingsloon in de vrije ruimte onder te brengen.

Nihilwaardering

werkplek

consumptie

rentevoordeel

Voor bepaalde vormen van loon geldt een nihilwaardering. Onder voorwaarden is het daardoor mogelijk om een voorziening voor de werknemer op € 0 te waarderen. Het is daarvoor niet nodig om de nihilwaarderingen als eindheffingsloon aan te wijzen. Bij de nihilwaardering speelt de werkplek een belangrijke rol. Hierbij gaat het onder andere om de volgende voorzieningen (onder voorwaarden):

  • voorzieningen die een werknemer op de werkplek gebruikt of verbruikt;
  • consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een maaltijd;
  • ter beschikking gestelde werkkleding;
  • rentevoordeel van een personeelslening voor een (elektrische) fiets of elektrische scooter;
  • voorzieningen voor een werkruimte thuis.

Het kan voorkomen dat u met loon in natura te maken krijgt dat zowel onder de nihilwaarderingen als onder de gerichte vrijstellingen zou kunnen vallen. In dat geval krijgt de nihilwaardering voorrang.

5.3.4 Aanspraken en uitkeringen

belast loon

De fiscus hanteert de volgende definitie van een aanspraak: een recht om na verloop van tijd of onder voorwaarden één of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen.

Omkeerregel

aanspraken

Een aanspraak vormt in principe belast loon voor de werknemer. De uitkering is daardoor vrijgesteld. In de wet zijn bepaalde aanspraken opgenomen waarvoor de omkeerregel geldt. Dit houdt in dat er over de aanspraak geen loonheffingen zijn verschuldigd, maar wel over de latere uitkering op grond van die aanspraak. De aanspraak kan ook deels vrijgesteld zijn, en daardoor de latere uitkering deels belast. Bij de omkeerregel gaat het dan om de aanspraken op:

  • verlof;
  • uitkeringen op grond van de Ziektewet (ZW), Wet arbeid en zorg (WAZO), Werkloosheidswet (WW), Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), en overeenkomstige aanspraken;
  • een eenmalige uitkering bij einde dienstbetrekking;
  • ongevallenverzekeringen;
  • periodieke uitkeringen bij overlijden of invaliditeit door een ongeval;
  • pensioen, prepensioen en vroegpensioen.