U bent hier

Onderneming & Personeel
Het nieuwe pensioenstelsel9. Eerder (gedeeltelijk) ­stoppen met werken9.6 Vrijwillige voortzetting pensioendeelneming

9.6 Vrijwillige voortzetting pensioendeelneming

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: september 2023

afmelding

De uitdiensttreding van een werknemer betekent in de regel ook een afmelding bij de pensioenuitvoerder. Oftewel: een einde van de deelneming aan de pensioenregeling. In dat geval vindt er geen opbouw van het ouderdomspensioen meer plaats en bestaat er geen dekking meer voor het nabestaandenpensioen. Die dekking voor het nabestaandenpensioen wordt, zoals toegelicht in hoofdstuk 8 van dit themadossier, op een andere manier gedurende een zekere periode gerealiseerd (uitloopdekking). Voor de toekomstige opbouw van het ouderdomspensioen geldt dat niet. Die eindigt direct op het moment dat een werknemer uit dienst treedt. Er is één ‘tenzij’, namelijk tenzij een werknemer besluit zijn pensioendeelneming vrijwillig voort te zetten.

voor rekening werknemer

De Wet toekomst pensioenen breidt de mogelijkheid tot vrijwillige voortzetting van de pensioendeelneming voor de werknemer niet uit. Ook onder het nieuwe pensioenstelsel zal de vrijwillige voortzetting niet als een absoluut recht wettelijk verankerd worden.

Vrijwillig

De werknemers kunnen alleen aanspraak maken op een vrijwillige voortzetting als het pensioenreglement daadwerkelijk in die mogelijkheid voorziet. Ga daarom na wat uw pensioenuitvoerder hierin te bieden heeft. De verwachting is niet dat werknemers op grote schaal gebruik gaan maken van de vrijwillige voortzetting. Niet alleen omdat de werknemer zelf de vrijwillige voortzetting moet aanvragen, maar ook, of misschien wel met name, omdat de kosten voor vrijwillige voortzetting voor rekening van de werknemer komen (tenzij bijvoorbeeld in de cao of het pensioenreglement iets anders geregeld is).

(On)mogelijkheid

motie

Bij de behandeling in de Eerste Kamer is ook de (on)mogelijkheid tot vrijwillige voortzetting van de pensioendeelneming aan bod gekomen voor pensioendeelnemers die besluiten te stoppen of minder te gaan werken om voor de kinderen te zorgen. Dus buiten de ‘reguliere’ situatie van een WW- of ZW-scenario om. Daartoe is een motie door Kamerlid Moonen (D66) ingediend, mede vanwege het feit dat vrouwen momenteel gemiddeld 40% minder pensioen opbouwen dan mannen. Die motie is aangenomen en zal, als het goed is, zijn beslag gaan krijgen in een verzamelwet. Op dit punt zal de vrijwillige voortzetting van de pensioendeelneming dus wel worden uitgebreid.