1.1 Fiscale heffingen
kansspelbelasting
De belastingwetgeving kent uiteenlopende fiscale heffingen. In de non-profitsector kunnen de volgende belasting-soorten een rol spelen:
- loonbelasting (zie paragraaf 1.1.1);
- BTW (zie paragraaf 1.1.2);
- vennootschapsbelasting (zie paragraaf 1.1.3);
- schenk- en erfbelasting (zie paragraaf 1.1.4);
- kansspelbelasting (zie paragraaf 1.1.5);
- overige belastingen zoals dividendbelasting en energiebelasting (zie paragraaf 1.1.6).
rechtspersoon
toekomst
Non-profitorganisaties hebben meestal de vorm van een stichting of vereniging. Dit zijn rechtspersonen, speciaal opgericht voor het behartigen van het goede doel, zoals het beschermen van een bijzonder natuurgebied, mensen meer laten sporten of mensen in een armer land een betere toekomst geven.
Verenigingen en stichtingen zijn niet precies hetzelfde. Een belangrijk verschil is dat een vereniging leden heeft en een stichting niet. Voor beide rechtspersonen geldt dat ze een eventuele winst moeten gebruiken voor het goede doel en dus niet kunnen uitkeren.
1.1.1 Loonbelasting
loonbelasting
vrijwilligers
Als uw non-profitorganisatie werknemers in dienst heeft, krijgt u te maken met de heffing van loonbelasting, premies volksverzekeringen en premies werknemersverzekeringen. Deze inhoudingen worden samen de ‘loonheffingen’ genoemd. Ook als u werkt met vrijwilligers of een Raad van Toezicht kunt u te maken krijgen met regels op het gebied van de loonbelasting. In hoofdstuk 2 en 3 gaan we hier uitvoeriger op in.
1.1.2 BTW
BTW- vrijstelling
U krijgt te maken met de BTW als u ondernemer bent voor de BTW. In hoofdstuk 4 leest u waar de Belastingdienst op let bij het beoordelen van het ondernemerschap. Daarnaast kan voor de activiteiten die uw organisatie verricht een BTW-vrijstelling gelden. Dit betekent dat u dan geen BTW in rekening brengt. De vrijstellingen voor non-profitorganisaties komen aan bod in hoofdstuk 4.
Sponsoring
kantine
Een stichting of vereniging krijgt ook te maken met sponsoring, subsidies en giften. Hoe moet u voor deze inkomsten omgaan met de BTW? Heeft u een kantine, dan moet u rekening houden met de kantineregeling. Voor sportverenigingen geldt daarbij weer een uitzondering. Non-profitorganisaties proberen vaak met fondsenwerving extra inkomsten te genereren. Onder voorwaarden geldt daarvoor in de BTW een vrijstelling. In hoofdstuk 5 komen de genoemde inkomsten uit deze paragraaf uitgebreid aan bod.
Paradox bij vrijstelling voor de BTW
belast
De BTW kent de merkwaardige paradox dat degene die ervan is vrijgesteld, juist wordt belast. Hoe zit dat? Stel nu dat uw stichting geen BTW in rekening hoeft te brengen over haar activiteiten en vervolgens zelf gebruikmaakt van een dienst van een andere stichting, bijvoorbeeld door personeel in te huren.
niet terugvorderen
Dan moet die andere stichting over deze dienst in principe 21% BTW aan u in rekening brengen en afdragen aan de Belastingdienst. Uw eigen organisatie kan deze betaalde BTW niet terugvorderen van de fiscus, want dat kan alleen als u zélf BTW in rekening brengt. Zo wordt de betaalde BTW een stevige kostenpost. De conclusie is dat vrijwel álle non-profitorganisaties te maken hebben met BTW. Immers, ook als u zelf géén BTW in rekening brengt, moet u vaak wél BTW betalen over de goederen en diensten die u zelf inkoopt.
1.1.3 Vennootschapsbelasting
concurrentie
Uw stichting of vereniging kan met de vennootschapsbelasting (VPB) te maken krijgen als u in fiscale zin een onderneming drijft. Hierbij is van belang of de organisatie regelmatig een positief bedrijfsresultaat behaalt, maar ook of er sprake is van concurrentie met commerciële marktpartijen.
Dit lijkt op het eerste oog eenvoudig te beoordelen, maar dat is geenszins het geval. Het wordt helemaal ingewikkeld als sprake is van diverse activiteiten die deels wel en deels niet in concurrentie worden uitgevoerd. Bent u belastingplichtig voor de VPB, dan geldt er mogelijk nog wel een vrijstelling of specifieke aftrek. Zie uitgebreider hoofdstuk 6 van dit dossier voor de regels voor non-profitorganisaties.
1.1.4 Schenkings- en successierecht
zakelijke tegenprestatie
Als non-profitorganisatie kunt u op twee manieren te maken krijgen met de heffing van schenkbelasting. Enerzijds kan dit spelen als uw organisatie geld of goederen aan een derde verstrekt zonder hiervoor een zakelijke tegenprestatie te ontvangen.
Anderzijds is het omgekeerde mogelijk: uw stichting of vereniging is zélf de ontvanger van een dergelijke gift. Als zo’n gift afkomstig is uit de nalatenschap van een overleden persoon, valt dit niet onder de regels van de schenkbelasting maar van de erfbelasting. Hoofdstuk 7 van dit dossier gaat hier verder op in.
ANBI- en SBBI-regeling
Organisaties die als algemeen nut beogende instelling (ANBI) of als sociaal belang behartigende instelling (SBBI) zijn aan te merken, genieten belastingvoordelen bij erven en schenken. Voor culturele ANBI’s geldt zelfs een extra giftenaftrek.
Voor fondsenwerving ter ondersteuning van een jubileum kan het oprichten van een zogenoemde steunstichting SBBI voordeel bieden. De voorwaarden en fiscale behandeling van de ANBI en SBBI vindt u in hoofdstuk 7.
1.1.5 Kansspelbelasting
Organiseert uw organisatie een bingoavond, prijsvraag, verloting of ander kansspel, dan kunt u te maken krijgen met kansspelbelasting.
Kansspel
Er is sprake van een kansspel als u mensen de gelegenheid biedt om prijzen te winnen bij:
- een spel waarbij toeval of geluk bepaalt wie wint;
- een prijsvraag waarbij de kennis of vaardigheden van de deelnemers bepalen wie wint.
Betalen
winnaar
Over prijzen bij kansspelen met een waarde hoger dan € 449 moet kansspelbelasting worden betaald. De kansspelbelasting is 30,1% (2020) van de waarde van de prijs. In principe betaalt de winnaar de kansspelbelasting en houdt u het bedrag in op de prijs. Vervolgens betaalt u de belasting namens de winnaar aan de Belastingdienst.
U kunt er ook voor kiezen de kansspelbelasting voor eigen rekening te nemen. Als u als organisator de kansspelbelasting voor uw rekening neemt, krijgt de winnaar de volledige prijs uitgekeerd en betaalt u als organisator de belasting over de prijs.
1.1.6 Overige belastingen
verhuurderheffing
In de paragrafen hiervoor heeft u al kunnen lezen over de belangrijkste belastingen. Naast deze belastingen kunt u ook nog met de volgende fiscale heffingen te maken krijgen:
- assurantiebelasting;
- belastingen op milieugrondslag;
- overdrachtsbelasting;
- onroerende zaakbelasting;
- verhuurderheffing.
energiebelasting
Deze belastingen komen in dit dossier niet verder aan bod. Twee belastingen behandelen we hier nog kort: de energiebelasting en de dividendbelasting.
1. Energiebelasting
Over het gas- en elektriciteitsverbruik van uw organisatie brengt uw energieleverancier energiebelasting in rekening. Bepaalde kerken en instellingen kunnen op verzoek 50% van de energiebelasting minus de heffingskorting (vermindering energiebelasting) terugvragen. Om voor de teruggaaf in aanmerking te komen, moet u binnen dertien weken na ontvangst van de jaarafrekening een verzoek indienen bij: Belastingdienst/kantoor Emmen/energieteam.
Op belastingdienst.nl vindt u een Stroomschema Teruggaaf energiebelasting kerken en instellingen. Aan de hand hiervan kunt u nagaan of uw organisatie eventueel in aanmerking komt voor een teruggaaf.
Voorwaarden
eigen aansluiting
beperkt werkzaam
Om voor de teruggaafregeling in aanmerking te komen, moet de onroerende zaak waarin uw organisatie is gevestigd over een eigen aansluiting beschikken. Ook moet het gebouw hoofdzakelijk in gebruik zijn bij een charitatieve, culturele, wetenschappelijke of algemeen nut beogende instelling dan wel een instelling die een sociaal belang behartigt. Uw instelling mag niet belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting én slechts beperkt werkzaam zijn op het gebied van sport, gezondheidszorg of onderwijs. In de praktijk wordt de teruggaaf vaak verleend aan bijvoorbeeld kerkgebouwen en buurthuizen, maar ook aan andere organisaties die aan alle voorwaarden voldoen.
2. Dividendbelasting
verrekenen
Er is een kans dat uw organisatie (een deel van haar) vermogen heeft belegd in aandelen. Als het gaat om aandelen in een Nederlandse vennootschap waarover dividend wordt uitgekeerd, wordt hierover dividendbelasting ingehouden. Als u een aangifte VPB indient, mag u die dividendbelasting verrekenen met de te betalen VPB. Hoeft u niets af te dragen, dan krijgt uw organisatie de dividendbelasting terug in de vorm van een negatieve aanslag VPB.
Geen aangifte?
eenmalig registreren
gerechtigde
Als u geen aangifte VPB doet en er dus niets valt te verrekenen met de te betalen VPB, kunt u een verzoek om teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting indienen bij de Belastingdienst. Voor het terugvragen van dividendbelasting moet u zich eenmalig registreren bij de Belastingdienst. U kunt dat doen op de website van de Belastingdienst. Vraagt u als bestuurder van een stichting, vereniging of andere rechtspersoon dividendbelasting terug, dan moet u zich registreren als ‘gerechtigde’.