3.1 Wat is een dienstbetrekking?
oproepkracht
soorten
Een dienstbetrekking is een arbeidsrelatie die is gebaseerd op een schriftelijke, mondelinge dan wel stilzwijgende overeenkomst tussen werkgever en werknemer. Een werknemer kan meer dan één dienstbetrekking bij uw organisatie hebben. Hij of zij heeft dan verschillende functies met elk afzonderlijke arbeidsvoorwaarden en een afzonderlijke beloning. Een dienstbetrekking brengt niet per definitie mee dat de werknemer in vaste dienst is. Ook oproepkrachten, vakantiehulpen of vrijwilligers kunnen in dienstbetrekking bij u werkzaam zijn. Er zijn drie verschillende soorten dienstbetrekkingen:
- echte dienstbetrekking (zie paragraaf 3.1.1);
- fictieve dienstbetrekking (zie paragraaf 3.1.2);
- vroegere dienstbetrekking (zie paragraaf 3.1.3).
3.1.1 Echte dienstbetrekking
Een arbeidsrelatie heeft het label van een echte dienstbetrekking als:
- de werknemer zich heeft verplicht om persoonlijk voor u te werken;
- u zich heeft verplicht om de werknemer voor zijn inspanningen loon te betalen; en
- er tussen u en de werknemer een gezagsverhouding bestaat.
Vastleggen
Deze drie kenmerken (arbeid, loon en gezagsverhouding) staan beschreven in de overeengekomen arbeidsovereenkomst. Op basis van deze overeenkomst verplicht de werknemer zich om gedurende een bepaalde tijd arbeid te verrichten. U bent op uw beurt verplicht om de werknemer voor deze arbeid loon te betalen én er bestaat een gezagsverhouding tussen u beiden.
Dit laatste betekent dat u het recht heeft om opdrachten en aanwijzingen te geven voor de werkzaamheden van de werknemer. U kunt ook eisen stellen aan de werktijden of de omgang met klanten. De werknemer is gehouden deze aanwijzingen en opdrachten op te volgen en is daarop aanspreekbaar als dat uitblijft.
Toetsen
De fiscus toetst de aard van arbeidsrelaties aan de hand van de kenmerken arbeid, loon en gezagsverhouding. Zo kan de arbeidsverhouding van één van uw vrijwilligers feitelijk als een echte dienstbetrekking worden aangemerkt, bijvoorbeeld omdat u deze vrijwilliger een marktconforme beloning betaalt voor zijn arbeid.
3.1.2 Fictieve dienstbetrekking
Een arbeidsrelatie kan ook het label van een fictieve dienstbetrekking hebben. Dit geldt voor de arbeidsrelaties die op zichzelf geen dienstbetrekking zijn, maar die de Belastingdienst wel zo wil behandelen. Voor de loonheffingen behandelt u deze arbeidsrelaties op dezelfde manier als een echte dienstbetrekking. De aard van de arbeidsrelatie is hierbij doorslaggevend. De fictieve dienstbetrekking geldt bijvoorbeeld voor stagiairs, thuiswerkers en uitzendkrachten.
3.1.3 Vroegere dienstbetrekking
voorbeelden
Een arbeidsrelatie heeft het label van een vroegere dienstbetrekking als sprake is van een beëindigd dienstverband, terwijl de ex-werknemer nog wel inkomsten heeft uit deze vroegere dienstbetrekking. U kunt hierbij denken aan een pensioen- of ontslaguitkering. Daarnaast zijn er meer soorten uitkeringen als loon uit vroegere dienstbetrekking aan te merken. Bekende voorbeelden zijn:
- AOW-, ANW-, IOAW-, IOAZ-, WAZ-, Wajonguitkeringen en uitkeringen op grond van de Toeslagenwet;
- WAO/WIA-, ZW- en WW-uitkeringen en soortgelijke buitenlandse arbeidsongeschiktheidsuitkeringen;
- bijstandsuitkeringen, uitkeringen op grond van de wet REA en gemeentelijke inkomensondersteunende uitkeringen, voor zover belast voor de inkomstenbelasting;
- lijfrente-uitkeringen aan uitkeringsgerechtigden die in Nederland wonen;
- uitkeringen aan verzetsdeelnemers en oorlogsslachtoffers;
- uitkeringen die loon uit vroegere dienstbetrekking zijn, maar worden uitbetaald aan een ander dan de werknemer.